h

Gesprek met de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen

6 februari 2011

Gesprek met de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen

Terwijl het bij Chem Pack in Moerdijk nog brandde, schreef Bernard Gerard voor de fractie al vragen over het 22 jaar oude bestemmingsplan van industrieterrein De Hurk, waar Air Liquide ligt. Er zijn, naast uiteraard verschillen, immers ook overeenkomsten: bij beide ondernemingen ligt heel veel, bij beide wordt gevuld en gemengd en vindt expeditie plaats.

Omdat de Raad van Stateprocedure nog loopt, beperkten de vragen zich tot wat niet bij de Raad van State lag, bestemmingsplan de Hurk. Dat is inmiddels 22 jaar oud (mag hooguit 10 jaar zijn), en wordt in 2012 ter herziening aangeboden, aldus het eerste antwoord.

Over een “gebiedsgericht Veiligheidsplan” houdt het College zich op de vlakte. Bij het bestemmingsplan komt de inrichting van het industrieterrein aan de orde en daarin zullen milieu- en veiligheidsaspecten worden meegenomen. Wat betreft een rampenbestrijdingsplan handhaaft het College zijn mening, dat zo’n plan bij de lichte categorie BRZO-ondernemingen wettelijk niet verplicht is en dus niet gemaakt zal worden. De standaardmaatregelen moeten genoeg zijn. De mening van de SP en van het College blijven hier tegenover elkaar staan.

Bij een ernstig incident mag de Brandweercommandant of de Meldkamer op eigen gezag het luchtalarm aanzetten (dat was een advies van de Veiligheidsregio), aldus het College. Dat moet achteraf verantwoord worden bij de burgemeester. Men kijkt of die gang van zaken vastgelegd moet worden in een protocol.

De Veiligheidsregio zal worden betrokken bij het nieuwe bestemmingsplan De Hurk. De vraag of in het bestemmingsplan opgenomen moet worden of bij her- en nieuwbouw de aanzuiging van verse lucht centraal afgesloten moet kunnen worden (een ander advies van de Veiligheidsregio) is daar een aspect van.

AIR LIQUIDE
Zolang er geen nieuwe feiten zijn, bestaat er rond Air Liquide en De Hurk een soort patstelling. Er verandert nauwelijks wat aan de standpunten zolang er geen nieuwe wet is, of zolang de Raad van State geen uitspraak doet. Dat laatste proces loopt en daar valt op dit moment niets nieuws van te zeggen.

GESPREK MET DE ADVIESRAAD GEVAARLIJKE STOFFEN
Het gevoel bestaat dat Air Liquide misschien voldoet aan de wet, maar dat de wet zelf niet voldoet. Daarom heeft Bernard Gerard al eerder gezegd dat hij zou proberen de wetgeving op de landelijke politieke agenda te krijgen.

De eerste aanleiding was het negatieve standpunt van de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen over de berekening van veiligheidscontouren rond gevaarlijke bedrijven en de Quantitative Risk Assessment (QRA) die daaraan ten grondslag ligt. In deze adviesraad zitten toonaangevende veiligheidsdeskundigen op het gebied van gevaarlijke bedrijven en processen. Gerard stelde voor om met die Adviesraad in gesprek te gaan. Voor het zover was echter zette het onderwerp zich door de brand bij Chem Pack zichzelf al op de politieke agenda.

De Adviesraad geeft, aan de hand van de case study van een ontploffend LPG-station. Twee soorten kritiek op de in dit land gebruikelijke vormgeving van QRA-berekeningen.

De eerste is dat veel onzekerheden in dit soort berekeningen met standaardwaardes worden ingevuld, waardoor lokaal maatwerk onmogelijk is. Juridisch is dat comfortabel, want dan gaan deskundigen elkaar voor de rechtbank niet meer met verschillende standpunten te lijf. Natuurwetenschappelijk echter zegt de berekening dan niks meer over hoe gevaarlijk het echt is.

Bovendien zijn sommige standaardwaardes fout of verouderd. De berekening is een soort koffieautomaat geworden die door relatief laaggeschoolden kan worden bediend. Zoals ambtenaar Stortelder van de gemeente het bij de Raad van State uitlegde: “je stopt er iets in en er komt iets uit”. De fysieke veiligheid is opgeofferd aan de juridische veiligheid.

Het tweede kritiekpunt is dat QRA-berekeningen in Nederland niet worden gebruikt om het bedrijf veiliger te maken. Met de QRA rekent men uit (voor zover dat de naam verdient) dat als het bedrijf dit en dit doet, de contour zus en zo ligt. Het bedrijf krijgt niet te horen dat als ze het zus en zo anders doen, het veiliger wordt en de contour krimpt.

Inmiddels heeft het gesprek met de Adviesraad plaatsgevonden (voor de SP Tweede Kamerlid Jansen en adviseur Gerard, voor de WNM Beekmans). Er heerste een soort gevoel van geestverwantschap. Ook bleek uit het gesprek onvrede over de decentralisatie, juist op dit gebied, van rijkstaken naar lagere overheden die daar vaak niet op berekend zijn. “De minister had geen zin om naar de Kamer geroepen te worden als er iets dramatisch ploft” aldus een citaat “laat de burgemeester maar naar de gemeenteraad geroepen worden.”

De Adviesraad heeft er duidelijk weinig vertrouwen in dat veel gemeentes en regio’s de nodige kennis in huis hebben. Er zijn afspraken gemaakt met de Adviesraad over het politieke gevolg in de Tweede Kamer.

Bernard Gerard

Nieuwe vragen over Air Liquide

U bent hier