h

Boekbespreking "Op zoek naar vrijheid"

11 oktober 2012

Boekbespreking "Op zoek naar vrijheid"

 Dit nieuwe boek van SP ideoloog Ronald van Raak is in meerdere opzichten verrassend. Allereerst is het een verzameling columns die al eerder zijn verschenen en geen diepgaande samenhangende filosofische beschouwing over het begrip vrijheid, zoals je zou kunnen verwachten.

Bovendien is het geen voor de hand liggend onderwerp voor een socialist, want dan zou je eerder een betoog over solidariteit verwachten. Het boek bespreekt een groot scala van onderwerpen die al dan niet aansluiten bij actuele gebeurtenissen. Of van Raak haalt oude denkers uit de kast zoals Siger van Brabant, Buridanus, Becanus, Coornhert, Erasmus en Hugo de Groot om te komen tot actuele standpunten.

Ronald van Raak verdiept zich in de discussie rondom de vrijheid van denken die een verworvenheid zou zijn van onze ”christelijke” cultuur. Wij zetten ons daarmee af tegen de achterlijke moslims. Van Raak komt dan met de eerste filosoof van Nederland Siger van Brabant (1240-1281) die streed voor fundamentele vrijheid van denken en inspiratie haalde bij Aristoteles. Hij kwam echter in botsing met de katholieke kerk. Dit voorbeeld laat zien dat de christelijke cultuur zeker niet altijd voor vrijheid van denken is geweest.

Een ander voorbeeld is het uitgangspunt van de neoliberale economen dat de mens altijd rationele of redelijke keuzes maakt. Van Raak stoft dan de Nederlandse filosoof Buridanus (1295-1358) af die honderden jaren geleden al beschreef dat de juiste keuze ook afhankelijk is van de omstandigheden. Het is dus ronduit naïef om te stellen dat de mens een rationele homo-economicus is. Of als het gaat om de toekomst van Europa (federatie of politieke unie) is het de moeite waard om daar filosofen als Kant, Husserl, Finkelkraut , Novalis of vrij recent Gadamer maar weer eens op na te slaan zoals Ronald gedaan heeft. Van Raak maakt hiermee duidelijk dat een wat meer filosofische reflectie heel veel bruikbare inzichten oplevert voor actuele situaties. Niets is zo praktisch als een goede theorie zou je daarmee kunnen stellen.

De auteur geeft hiermee indirect een antwoord op een vaak gesteld persoonlijke vraag: “ Wat doet een filosoof in de politiek”. Normaal gesproken is een filosoof iemand die belangrijke vragen stelt en onderzoekt. Kortom een zoektocht naar waarheid. Van een politicus wordt echter verwacht dat hij/ zij met antwoorden komt en voorstellen agendeert. Van Raak zoekt daarin een evenwicht omdat hij een democraat is in hart en nieren en gelooft dat “het meest overtuigende verhaal uiteindelijk de meeste stemmen haalt . Dat is dus een strijd om de waarheid”. Van Raak realiseert zich echter ook dat we tegenwoordig steeds meer leven in een media-democratie, waar slogans, “framing” en persoonlijke incidenten een grote impact kunnen hebben. Zo gaat van Raak uitgebreid in op de verdraaide beeldvorming rondom progressief- conservatief en nationalistisch- kosmopolitisch. De SP wordt weleens verweten dat het een conservatieve, nationalistische partij is die streeft naar behoud van de verzorgingsstaat en de soevereiniteit van Nederland niet wil opofferen aan Europa en de pensioenleeftijd van 65 jaar wil handhaven. Door andere partijen wordt de SP dan weggezet als ouderwetse tegenpartij.

Het afbreken van de verzorgingsstaat is echter helemaal niet progressief , maar destructief en reactionair. Het brengt ons weer terug naar schrijnende situaties uit de vorige eeuw. Oorspronkelijk gaat het bij het conservatisme om “het behoud van het goede”. Niet iedere vernieuwing of verandering is nu eenmaal beter dan het bestaande. De SP heeft bijvoorbeeld ook heel wat voorstellen ingediend zoals een betere bescherming van ZZP-ers, flexwerkers en klokkenluiders. Dan wordt echter niet gezegd dat de SP heel progressief is.

In het boek staat een hoofdstukje met de titel “Etiketten plakken”. Daarin wordt beschreven dat andere partijen de SP willen diskwalificeren door ze etiketten op te plakken die vooral een negatieve lading hebben, zoals eng-nationalistisch of oerconservatief . De inhoudelijke nuances vervagen dan of de inhoud verdwijnt helemaal naar de achtergrond en brengen ingewikkelde onderwerpen terug tot platte plaatjes en persoonlijke tegenstellingen. Voilà, ziedaar het beeld van de moderne media-democratie. De rechtse partijen zijn er tot nu beter in geslaagd om hiermee om te gaan en hebben de linkse partijen vaak in het defensief gedrongen. Liberalen streven naar individuele vrijheid, democratie en groei in de economie. Wie wil dat nou niet? Dat is echter geen rechts privilege, want juist de socialisten hebben voor algemeen kiesrecht gezorgd en aan de wieg gestaan van sociale wetgeving. Geen vrijheid zonder een beschermende overheid die de voorwaarden moet creëren voor een goed functionerende samenleving.

In het SP-beginselprogramma “Heel de mens” worden de drie kernwaarden beschreven van menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit als morele, leidende beginsels genoemd. Deze lijken op de drie beginselen van de Franse revolutie Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Broederschap is vervangen door het moderne woord solidariteit. Vrijheid is ingeruild voor menselijke waardigheid. Van Raak verzorgt regelmatig een cursusdag filosofie voor SP-leden. Zelf heb ik ook een dergelijke bijeenkomst bijgewoond en toen een korte geschiedenis van de filosofie gekregen vanaf de oude Grieken en uitmondend bij de Duitse filosofen Kant en Marx. Een van mijn vragen was toen waarom het vrijheidsbegrip was weggelaten in het beginselprogramma van de SP. Dat was voor hem ook een vraag zei hij toen eerlijk. Kennelijk heeft van Raak met dit boek deze vraag willen beantwoorden.

Bestaat er alleen vrijheid zoals de liberalen dat hebben geformuleerd en dat neerkomt op economische vrijheid of is er ook een socialistische visie op vrijheid ? De auteur geeft het voorbeeld van de samenhang bij landen die bestaat tussen rijkdom en vrijheid . Volgens de liberalen is dat het bewijs dat vrijheid leidt tot rijkdom. Hoe groter de vrijheid hoe groter de rijkdom ! Volgens van Raak kun je het echter ook omdraaien. Hoe groter de rijkdom hoe groter de vrijheid. Dit lijkt op het kip-ei dilemma, van wat was er eerst?? Anders gezegd is vrijheid niet het vertrekpunt zoals de liberalen nastreven, maar volgens de socialisten het eindpunt van overheidsbeleid. Als in een samenleving de overheid de juiste voorwaarden heeft gecreëerd, dan pas kunnen burgers hun vrijheid beleven en uitoefenen. Zonder rijkdom (dus in armoede) verkeer je zeker in onvrijheid en dus afhankelijkheid. Behalve over economische vrijheid gaat het dus ook over politieke vrijheid en de mogelijkheid voor burgers om mee te beslissen over de inrichting en besturing van de samenleving. Die laatste is veel belangrijker dan de keuzevrijheid voor de consument op de markt.

Zo wil het boek wil suggesties geven voor een nieuw linkse kijk op individuele vrijheid en de verantwoordelijkheid van de politiek. Dat maakt het boek boeiend en inspirerend.

Ruud Thelosen
Redactie SP Eindhoven

Reactie toevoegen

U bent hier