h

Raad van State geeft gemeente en Air Liquide gelijk

9 november 2011

Raad van State geeft gemeente en Air Liquide gelijk

De Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer (WNM) en vier bewoners van de Genderbeemd hebben, gesteund door de SP, een Raad van State – procedure aangespannen tegen de milieuvergunning van Air Liquide.

De Raad van State heeft daarin op 2 november 2011 het College van B&W van Eindhoven, als vergunningverlenende instantie, gelijk gegeven. De vergunning is dus nu definitief. Een “sportieve” felicitatie is op zijn plaats, maar uiteraard is het gegeven voor ons als bezwaarmakers teleurstellend.

Het hoofdprobleem is voor ons altijd geweest dat belangrijke bezwaren zich eerder richtten tegen de kwaliteit van de wet dan tegen de toepassing ervan. Daar tussen in zit een grijs gebied waar naar onze mening interpretatiediscussies mogelijk waren.

De Raad van State vond dat de vergunning geen strijdigheden bevatte. Bij die strijdigheden ging het overigens niet om schokkende zaken. Het bezwaar bijvoorbeeld dat het zogenaamde “juniorgebouwtje” niet aan de afstandseisen van PGS 15 voldeed, is niet overgenomen.

Een flink deel van onze bezwaren zat in het “interpretatiegebied”. Bijvoorbeeld of de risico-analyse reëel was opgezet en correct was uitgevoerd. Mag je 40500 kg vloeibare zuurstof buiten de risicoberekening laten? Daarover staan uiteenlopende dingen in de Handleiding BEVI. Mag je aannemen dat iemand zelfredzaam is alleen omdat hij op een industrieterrein werkt? Is daar niet op zijn minst ook een gebiedsgericht veiligheidsplan voor nodig, zodat de communicatie aankomt en iedereen weet wat hij bij een ongeluk moet doen? Zijn bewoners, zoals de Raad van State zegt, niet ontvankelijk omdat ze buiten de 380 m – straal van het Groepsrisico wonen, maar wel binnen het gebied waar een eventuele gaswolk overheen trekt?

Al dit soort vragen beantwoordt de Raad van State zo minimalistisch mogelijk. Dat is eigenlijk wat ons het meest tegenvalt.

Tenslotte twijfelen wij of de wet zelf op alle punten deugt. We hebben bijvoorbeeld onze bedenkingen bij het rekenmodel voor risicoschattingen. Daar staan we niet alleen in, want de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen zaliger gedachtenis had die bedenkingen ook. Maar in de wet staat met zoveel woorden dat dat rekenmodel gebruikt moet worden. Dat de Raad van State dat dan overneemt, is te begrijpen, maar de twijfel is er niet minder om. Enfin, we gaan de hele discussie niet opnieuw doen.

De strijd moet hierna maar politiek gevoerd worden. De wetgeving moet verbeterd worden, er moeten collectieve veiligheidsvoorzieningen op industrieterreinen als De Hurk komen, de veiligheid moet worden ingebouwd in het nieuwe bestemmingsplan, de gegevens-uitwisseling met de brandweer moet moderner, enzovoort.

Namens de bezwaarmakers,
Bernard Gerard

U bent hier