h

Raad van State behandeling Air Liquide

19 september 2011

Raad van State behandeling Air Liquide

Op dinsdag 13 september behandelde de Raad van State het beroep, dat bij deze instantie was aangetekend tegen de revisievergunning van Air Liquide. Het woord werd namens dit instituut vooral gevoerd door staatsraden Kreveld en Verheij. Mevrouw Timmermans maakte het trio vol.

Voor de Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer (die samen met de SP de procedure voert) spraken Wim Beekmans en Bernard Gerard. De eerste voerde het woord over de meer chemisch getinte onderwerpen, de laatste over het groepsrisico.

Juridisch en maatschappelijk
Het is goed om eerst te schetsen waar het maatschappelijk om gaat en waar het juridisch om gaat. Dat is niet precies hetzelfde.

Redenerend vanuit het bet bedrijf naar buiten, passeert men drie contouren: de 10-6 – contour van het Plaatsgebonden Risico (PR); de 1% lethaliteit LD1 van het GroepsRisico (GR) ; en de zogenaamde effectafstanden. De contour van het PR is juridisch hard, de contour van het GR (dwz, de cirkel waarbinnen 1% van de aanwezigen overlijdt) halfhard, en de juridische status van de effectafstand is nul. De effectafstand (dat is de afstand waarbinnen bij een ontsnappende gaswolk de hulpdiensten moeten voorlichten, evacueren of afvoeren) ligt bij westenwind een heel eind over de woonwijk Genderbeemd, de eerste twee liggen binnen bedrijventerrein De Hurk. De LD1 is een cirkel met een straal van 380 m, de 10-6 – contour zou volgens het gemeentelijk beleid samen moeten vallen met het hek van de inrichting. Dat doet hij net niet, omdat het bedrijf (volgens Bernard Gerard) uit zijn jasje begint te puilen.

Om in een juridische procedure de effecten buiten De Hurk aan te kunnen pakken, moet men zich dus in praktijk bezig houden met de contouren binnen De Hurk. Vandaar dat de procedure over de PR en GR-contour gaat.

Er is trouwens op zichzelf ook al voldoende reden om naar industrieterrein De Hurk te kijken vanwege het belang van het personeel van naburige bedrijven.

PR en GR
Het onderscheid tussen PR en GR was in praktijk ook de taakverdeling tussen Beekmans en Gerard.

Het PR vraagt om ingewikkelde computermodellen, waar je de kenmerken van de fabriek en van de er gebruikte stoffen in stopt, en waar de lijn van PR 10-6 uitrolt. Dat is de lijn waarop iemand, indien hij daar onbeschermd een jaar lang verblijft, de kans van 1 op een miljoen heeft om als gevolg van een ongeval binnen de fabriek een min of meer snelle dood te sterven. De manier waarop met dat computermodel gewerkt wordt is voor een buitenstaander niet toegankelijk.

De algemene beginselen staan op papier. Dit was het terrein van Beekmans (de vroegere voorzitter van de Chemiewinkel van de TUE). Beekmans heeft geen hoge pet op van de wetenschappelijke waarde van het gebruikte model en voelt zich daarbij in goed gezelschap van wijlen de Adviesraad Gevaarlijke Stoffen. Over dit onderwerp was in het voortraject al met dikke pakken papier van gedachte gewisseld. Beekmans had daar tijdens de zitting niet heel veel meer aan toe te voegen. Vanwege de onbegrijpelijkheid voor buitenstaanders wordt er op deze plaats verder geen aandacht aan besteed.

Gerard maakte nog wel wat werk van het GroepsRisico GR. Het GR is de kans dat een groep van 10 of 100 mensen buiten de inrichting overlijdt als gevolg van een ongeval erbinnen. Die kans hangt èn van de kenmerken van het bedrijf èn van de kenmerken van de omgeving af. Dit onderwerp kon, ondanks de uitgewisselde pakken papier, nog wel wat aanscherping gebruiken. Bovendien was sinds schriftelijke behandeling het rapport van de inspectie Openbare Orde en Veiligheid over de brand bij Chemie Pack verschenen.

Dat had raakvlakken. Gerard vindt dat Air Liquide zich op een minimalistische manier van de berekening van het GR had afgemaakt. Eigenlijk vond Air Liquide het helemaal niet nodig, maar bij de gratie Gods was er dan toch een half kantje A4 afgescheiden waar een risicocurve uitkwam en een aantal werknemers per hectare inging. Wat daartussen in gebeurde was niet te volgen.

De voorschriften echter eisen terecht meer inzet. Er moet ook verantwoord worden welke maatregelen genomen kunnen worden om tot verdere aanscherping van de veiligheid te komen, er moeten plannen zijn om bij een ongeval de gevolgen te beperken, er moet duidelijk zijn hoe zelfredzaam de werknemers op aangrenzende terreinen zijn, eventueel moet er op bedrijfsterreinniveau geoefend worden. Dat was allemaal niet of nauwelijks gebeurd en daarom meende Gerard, dat de berekening van het GR in elk geval niet naar de geest van de wet was, en mogelijk ook niet naar de letter.

Wat de dames en heren staatsraden daarvan vinden, moet binnen zes weken blijken (dus voor eind oktober).

Risico en politiek
In essentie is de vraag of je een bedrijventerrein ziet als een verzameling individuele bedrijven die alleen over hun eigen kavel gaan, of dat je een bedrijventerrein ziet als één geheel dat ook een collectieve veiligheidszorg kent. Branden als bij Timco in Valkenswaard en bij Chemie Pack op de Moerdijk leren dat een ramp bij de ene al snel een ramp bij de buurman kan worden.

Als er bij Air Liquide een ongeluk gebeurt, kan dat gevolgen hebben bij buurbedrijven. Zelfredzaamheid is meer dan dat de benen er nog aan zitten en het bewustzijn nog aanwezig. Het betekent onder andere ook dat mensen weten wat ze moeten doen.

Het is niet genoeg om alleen het zenden van het noodsignaal te organiseren, er moet ook iets geregeld worden aan de ontvangende kant. Als er een gifwolk ontsnapt (een scenario dat binnen 3 a 4 minuten tot sterfte en paniek kan leiden) zijn de arbeiders in de buurt binnen beter af dan buiten. Dat vraagt om afspraken en oefening, zeker in een gebied met een bestemmingsplan van bijna 20 jaar oud (wat Gerard niet naliet om bij de Raad van State te vermelden). Dat heeft Gerard al vaker betoogd, maar de gemeente wil er tot nu toe niet aan. Dat is zelfs in strijd met de eigen nota Externe Veiligheid van de gemeente Eindhoven.

Nu is De Hurk de Moerdijk niet, maar aan de andere kant staan ook op de Hurk een ruime handvol risicobedrijven (wie wil weten wie dat zijn, moet maar eens op de provinciale risicokaart kijken).

Gerard sluit niet uit dat er nog steeds geen nieuw bestemmingsplan De Hurk is omdat men eerst de uitkomst van de procedure tegen Air Liquide wil afwachten. Dat zou niet eens onlogisch zijn. De lokale politiek zou er verstandig aan doen om dit nieuwe bestemmingsplan straks zorgvuldig ook op aspecten van veiligheid na te vlooien.

Bernard Gerard

U bent hier