h

Boekbespreking "Kapitalisme zonder remmen" van Maarten van Rossem

7 juli 2011

Boekbespreking "Kapitalisme zonder remmen" van Maarten van Rossem

In een prettig leesbaar boekje van ruim honderd bladzijden beschrijft van Rossem een korte historie van de ontwikkelingen in de Amerikaanse politiek en de financiële sector die bijgedragen hebben aan de huidige economische crisis.

Als historicus doet hij dat met grote nauwkeurigheid waarbij hij de kern van het financiële en economische wereldje blootlegt alsof het gewoon een geschiedenisles is. Hij heeft zich goed verdiept in de innovatieve financiële producten zoals de credit default swaps (cds) en collateralized debt obligations(cdo) en weet die beter uit te leggen dan menig econoom zou kunnen. Deze producten hebben de crisis veroorzaakt en werden daarom door de succesvolle belegger Warren Buffett ook wel financiële massavernietigingswapens genoemd.

Van Rossem maakt echter ook duidelijk dat door de deregulering van de Amerikaanse overheid de financiële wereld bijna de volledige vrijheid had. Verder heeft het toezicht van de Fed maar ook dat van de kredietbeoordelaars zoals Standard & Poor en Moody’s volledig gefaald.

De auteur is bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht en gespecialiseerd in de moderne Amerikaanse geschiedenis. Daardoor lijkt hij beter dan een politicus of econoom in staat om een volledig historisch beeld te schetsen van het complexe Amerikaanse politieke systeem.

Zo legt hij bijvoorbeeld uit dat de Amerikaanse Senaat bestaat uit 100 leden, waarbij iedere staat met twee leden vertegenwoordigd is. Daarbij hebben dunbevolkte staten dus meer zeggenschap als dichtbevolkte staten. In het uiterste geval leidt dat ertoe dat 17% van de bevolking, afkomstig uit plattelandsstaten een meerderheid in de Senaat kan kiezen.

Daar komt bij dat in de praktijk pas besluiten genomen worden als 60% van de Senaatsleden voor stemt. Bij een kleinere meerderheid is men bang voor eindeloos gedebatteer. Zo kan een kleine partij als de kringen rondom de Teaparty en de conservatieve republikein Sarah Palin, die op minder dan 20% steun van de bevolking kan rekenen, toch de meerderheid als het ware gijzelen. Van Rossem gelooft daarom niet dat de juiste lessen uit eerdere crises zijn getrokken en dat de Amerikaanse politiek de noodzakelijke besluiten zal nemen om dit in de toekomst te voorkomen. Er zullen helaas dus nog meerdere financiële en economische crises volgen.

De volksvertegenwoordiging, zo laat de geschiedenis zien, stemt wel vlot voor belastingverlaging maar vrijwel nooit voor belastingverhoging. Al noemt van Rossem dat niet maar uit een recent overzicht van de NRC is ook gebleken dat de Senaat vrijwel geheel uit miljonairs en miljardairs bestaat. Die houden het geld liever zelfs dan het af te staan aan de overheid.

Van Rossem komt ook met een verrassende analyse waaruit blijkt dat Democraten niet per se links zijn (en voor een sterkere overheid) en Republikeinen rechts zijn (en voor een kleinere overheid).Zo blijkt dat de democratische presidenten Carter en later ook Clinton meerdere wetten hebben ondertekend die de deregulering van de financiële markten versterkte. Het waren dus niet alleen Reagan and Thatcher als belangrijkste pleitbezorgers van het neoliberalisme, zoals meestal wordt beweerd. Het omgekeerde is echter ook waar. Zo was Richard Nixon, een republikeinse president die Keynes juist op handen droeg en dus een belangrijke sturende rol bij de overheid neerlegde. Nixon kwam met een Tax Reform Act in 1969 en dat was een progressieve belastinghervorming. Ook installeerde hij meerdere regelgevende instanties zoals de Environmental Protection Angency, de National Traffic Safety Commission, de Occupational Safety ansd Health Administration, de Consumer Product Safety Commission en de Mine Safety and Health Administration. Van Rossem laat hiermee zien dat hij de politieke geschiedenis van de VS goed heeft bestudeerd!

Het neoliberalisme is een marktfundamentalisme, zoals van Rossem het noemt, waar de meeste politici heilig in geloofden. Zo concludeerde ook SP-Tweede Kamerlid Jan de Wit met zijn onderzoekscommissie dat iedereen medeschuldig was aan de huidige kredietcrisis en dat er geen hoofdschuldige was.

Als ideologen noemt de schrijver uitgebreid Hayek en Milton Friedman (Chicagoschool) en verder noemt hij alleen Ayn Rand. Die laatste komt uitgebreid aan bod in het nieuwe boek van Hans Achterhuis “De utopie van de vrije markt”dat in 2010 is verschenen. Ayn Rand was de belangrijkste inspirator voor Alan Greenspan, de president van de Federale Amerikaanse Banken (Fed). Greenspan hield lange tijd de rente erg laag waardoor er goedkoop geleend kon worden en zag geen gevaren in de complexe financiële producten. Pas tijdens een openbare hoorzitting van de senaat erkende hij dat hij zich sterk vergist had.

Het belangrijkste boek van Rand “Atlas shrugged” (vertaald als “Atlas in staking”) uit 1957 was in de V.S. een bestseller. Alleen de Bijbel werd in de afgelopen decennia meer verkocht. Friedman en Hayek waren echter Nobelprijswinnaars en hadden daardoor ook grote invloed. Zo was Friedman ook jarenlang een belangrijke economische adviseur van Reagan. Veel uitgebreider dan van Rossem heeft gedaan beschrijft Naomi Klein in haar boek “De shockdoctrine” de rol van Milton Friedman en zijn Chicagoschool. Van Rossum noemt Klein en Achterhuis helaas niet in zijn lijst van geraadpleegde literatuur, terwijl het toch lijkt dat hij er kennis van heeft genomen want hij noemt het neoliberalisme ook een soort van shocktherapie. Toch vullen de visies elkaar prima aan.

Hayek was de belangrijkste inspiratiebron voor Thatcher, die zijn boek “Constitution of Liberty” in haar tas bij zich droeg.

Op zijn eigen manier maakt van Rossem duidelijk dat het neoliberale denken simplistisch is en ook niet klopt. De economie en de financiële markten kunnen niet goed functioneren zonder spelregels en begrenzingen opgelegd door de overheid om de samenleving, de burgers en consumenten te beschermen. Er moet een nieuwe balans gevonden worden tussen de vrije markt, de burgermaatschappij en de staat.

Mooi is vooral ook het taalgebruik in het boekje. Zo noemt hij Greenspan: “de goddelijke hogepriester van het marktfundamentalisme” of ”Marktwerking als paradijselijke tucht van modern management”.

In een apart hoofdstuk beschrijft van Rossem dat Europa meerdere vormen van kapitalisme met menselijk gezicht (beschermende sociale voorzieningen) heeft ontwikkeld, die de economische groei niet hebben gehinderd en juist veel welvaart hebben gebracht. Van Rossem heeft met dit boekje bewezen niet alleen verstand te hebben van geschiedenis maar ook van economie en politiek. Het is een aanrader juist voor economen en politici!

Dit boek bewijst ook het gelijk van Jan Marijnissen (zie boek “Tegenstemmen” uit 1996) en de standpunten van de SP bij hun verzet tegen deregulering voor de economie en verdere marktwerking in de zorg of het onderwijs.

Ruud Thelosen
Redactie SP Eindhoven

Reactie toevoegen

U bent hier