h

Boekbespreking "The Spirit Level: why equality is better for everyone" van R.Wilkinson en K.Pickett

28 december 2010

Boekbespreking "The Spirit Level: why equality is better for everyone" van R.Wilkinson en K.Pickett

De auteurs zijn beide hoogleraar aan de universiteit van York en schreven dit boek na tien jaar studie. Wilikinson heeft economische geschiedenis gestudeerd en jarenlang onderzoek gedaan naar sociale factoren die van invloed zijn op de gezondheid.

Pickett, zijn levenspartner, heeft haar sporen verdient in de epidemiologie. Dit in 2009 voor het eerst uitgegeven boek bij Penguin Books bevat een schat aan statistische informatie en vele meta-analyses over meerdere landen en jaren. De basiscijfers zijn afkomstig van een 20 tal internationale landen alsook van de verschillende Staten van Amerika.

De uitkomst is verrassend eenvoudig maar tegelijkertijd schokkend: er bestaat een nauwe correlatie of sterk verband tussen enerzijds de inkomensongelijkheid in een land en anderzijds een groot aantal sociaal maatschappelijke factoren zoals misdaad, gezondheid, onderwijs en zelfmoord. Met als belangrijkste conclusie: “Hoe kleiner de inkomensongelijkheid hoe beter al deze cijfers uitvallen”!

Gek genoeg vind je een dergelijk verband niet wanneer je naar indicatoren zoekt voor de rijkdom van een land (bruto nationaal product (BNP)/hoofd van de bevolking of gemiddeld inkomen in een land). Het is dus geen kwestie van van welvaart of genoeg geld hebben om al deze maatschappelijke problemen aan te pakken.

Dit boek en onderzoek toont onomwonden datgene wat Jan Tinbergen al decennia eerder bepleitte namelijk een vaste verhouding tussen de hoogste en laagste inkomens in een bedrijf (factor 5) en later ook in een land (factor 7). Zijn de verschillen groter dan werkt dat in een bedrijf contraproductief. Bij een land leidt dat tot ongewenste maatschappelijke effecten.

Dit wordt ook wel de Tinbergennorm genoemd. Hij wordt ook wel de grondlegger van de econometrie genoemd en is de enige Nederlandse econoom die ooit de Nobelprijs voor de economie kreeg. Tinbergen was ook een prominent lid van de sociaal democratische arbeiderspartij (SDAP). Gek genoeg ontbreekt iedere verwijzing naar Jan Tinbergen volledig, terwijl de bronnenlijst ruim 450 publicaties en nog meer auteurs noemt waaronder ook enkele Nederlanders.

De auteurs stellen ook dat inkomensongelijkheid wel eens een uitdrukking zou kunnen zijn van de mate van hiërarchie in een samenleving. In termen van het onderzoek naar culturele verschillen van prof. G. Hofstede heb je het dan over machtsafstand. De auteurs stellen echter dat ze daar geen gegevens over konden vinden, wat ook een gemis is.

De interessante vraag die opdoemt is of ongelijkheid in welvaart, onderwijs en/of macht ook een dergelijk sterk verband oplevert als inkomensongelijkheid m.b.t. deze sociaal-maatschappelijke factoren. Dat is iets voor later onderzoek stellen de auteurs.

Daar hoeven politici echter niet op te wachten. Wil men de sociaal-maatschappelijke problemen van armoede, overgewicht, zelfmoord, criminaliteit, babysterfte, lage levensverwachting, werkeloosheid, percentage tienermoeders en zelfs schooluitval en lage schoolprestaties aanpakken dan hoeft men hiervoor slechts één instrument te gebruiken: het beperken van de inkomensongelijkheid!

Bedenk eens wat voor hoge maatschappelijke kosten (en inzet van mensen) hiermee gemoeid zijn, om al deze afzonderlijke problemen (deskundig) aan te pakken, zonder dat dit feitelijk een heel goed resultaat oplevert. Het is als het dweilen met de kraan open. Het kan dus anders!

Het verkleinen van de inkomensongelijkheid kan op velerlei verschillende manieren via bv progressieve belastingheffingen of inkomensafhankelijke regelingen voor zorg en onderwijs.

De meest effectieve manier is echter om behalve een basisinkomen of minimuminkomen ook een maximuminkomen in te voeren. Natuurlijk geldt dat niet alleen voor de overheidssector zoals bv. de Balkenendenorm, maar ook voor het bedrijfsleven en zelfs voor de vrije beroepen. Dit heb ik ook in mijn boekje “Trias Politica Ethica” uit 2006 al bepleit.

Dit is dus geen voorstel van een linkse politieke partij zoals de SP, maar een wetenschappelijk feit. Alle politici zouden dit ongeacht hun partijvoorkeur moeten nastreven, als ze het werkelijk goed voor hebben met de samenleving!

Hier ligt een effectief medicijn voor maatschappelijk welzijn!

De titel is ook heel verrassend, want ondanks dat het om sociaal-maatschappelijke en economische thema’s gaat hebben de auteurs de voorkeur gegeven aan een “niet materiële” titel, namelijk “the spirit level”. Spirit heeft echter vele betekenissen zoals geest, (levens-) kracht, levenslust, energie, moed en vuur. De auteurs bedoelen echter het geestelijk welzijn of niveau. Geestelijk als tegenhanger van materieel, zoals geluk of welzijn tegenover welvaart en niet te verwarren met spiritualiteit of geesteswetenschap.

Dat deed mij direct denken aan een belangrijke stelling uit de geschriften van Marx en Engels die beweerden dat: “de onderbouw (de materie en de economie) de bovenbouw (het denken,de relaties tussen klassen, de cultuur en zelfs de religie) bepaalde”.

Feitelijk hebben Wilkinson en Pickett nu ook bewezen dat er een dergelijk determinisme is, al gaat het vooralsnog louter om de inkomensongelijkheid en niet om de macht over of eigendom van bijvoorbeeld de productiefactoren.

Ruud Thelosen
Redactie SP Eindhoven

Reactie toevoegen

U bent hier