h

Zitting Raad van State over Air Liquide

29 september 2010

Zitting Raad van State over Air Liquide

De Vereniging Werkgroep Natuurbehoud en Milieubeheer (WNM) heeft een Raad van State – beroep aangetekend tegen de nieuwe milieuvergunning van Air Liquide. De WNM is daarbij door vier bewoners gemachtigd. De SP voert deze actie samen met de WNM.

Het beroep betreft een argumentatie tegen de nieuwe vergunning als zodanig, en betreft een verzoek om een voorlopige voorziening. Dat betekent dat er een apart besluit gevraagd wordt dat, lopende de procedure, de oude vergunning van 2003 van kracht blijft.

Dit aparte besluit, de voorlopige voorziening, werd op maandag 27 september 2010 besproken voor de Voorzitter van de Raad van State, dhr. Drupsteen. Voor de WNM spraken Bernard Gerard en Wim Beekmans. Verder waren er sprekers namens de Brandweer, namens de gemeente en de Milieudienst, en van Air Liquide (dhr. Martens).

Dhr. Drupsteen nam er meer dan anderhalf uur voor. Hoewel hij zich in dit natuur-wetenschappelijke gezelschap introduceerde als “domme jurist”, waren zijn vragen toch bepaald niet dom. Zo kreeg hij de man van Air Liquide aan de praat over twee dodelijke arbeidsongevallen en over de brandmuur, die er niet kwam omdat die een ton kostte, en de man van de Milieudienst over dat het gebruikte model om gevolgen van ongevallen te schatten op enkele punten inderdaad onvolledig was.

Er kwam een uitvoerige discussie met de WNM en de Brandweer over het stoffenjournaal en de organisatie van de alarmering van de Brandweer.

Ook interessant was de discussie over de berekening van het groepsrisico, en over de daarin vervatte aannames. Gerard zei dat de berekeningswijze ontoegankelijk was voor het publiek, en dat dus niet duidelijk was welke verborgen aannames gehanteerd werden. Als de omwonenden en werknemers in de buurt zich op een bepaalde manier geacht werden te gedragen, zei hij, was het toch wel handig al dat bekend was. Risicocommunicatie heeft niet alleen een zendende, maar ook een ontvangende kant. Dhr. Drupsteen gaf aan dat hij als Staatsraad eigenlijk niets met het begrip “groepsrisico” kon.

Maar dit alles zijn niet meer dan de eerste voorpostgevechten in de eigenlijke behandeling, die nog moet komen. Voor vandaag, aldus Staatsraad Drupsteen, moest hij een oordeel vellen of de nieuwe vergunning inderdaad zoveel gevaarlijker was dan de oude dat de invoering opgeschort moest worden. En daarbij moest hij ervan uitgaan dat als de procedure, die in de wet staat, juist gevolgd was, de uitkomst geacht werd goed te zijn. “Ik sluit niet uit dat u op bepaalde punten gelijk heeft” zei Drupsteen tegen Gerard en Beekmans “maar een andere vraag is of u gelijk krijgt”. Waarop Gerard antwoordde dat hij de positie van de Staatsraad zeer wel kon volgen, maar dat de wet een letter en een geest had, en dat de Staatsraad motiveringen aan zijn uitspraak kon toevoegen.

Uitspraak binnen enkele weken.

Bernard Gerard

Pleitnota van Bernard Gerard voor de Raad van State zitting vindt u hier (pdf file).

U bent hier