h

Vragen over het verlenen van vergunningen voor evenementen

3 januari 2010

Vragen over het verlenen van vergunningen voor evenementen

Naar aanleiding van de ongeregeldheden op het strand bij Hoek van Holland heeft het COT (Instituut voor Veiligheids- en Crisismanagement) een analyse uitgebracht. Ongetwijfeld is deze u bekend. Het COT vindt onder andere, dat er routinematig vergunning verleend is.

Naar aanleiding van het COT-rapport hebben de voorzitters van de politiebonden gezegd, dat de politie het aantal evenementen in Nederland nauwelijks meer aan kan. “Er zijn te weinig agenten om de bezoekers van alle feesten en festivals goed te beveiligen” aldus de politiebonden NPB en ACP in het ED van 16 december 2009.

Ook de Raad van Korpschefs “signaleert dat het aantal gratis feesten de afgelopen jaren fors is toegenomen” (citaat ED). Maar, aldus een woordvoerder “het aantal evenementen verminderen is niet nodig. Veruit de meeste evenementen verlopen zonder grote problemen”. Er staat mij bij dat dat percentage ergens bij de 97% ligt.

Waarmee een klassieke afweging ontstaat, namelijk hoe klein de kans gemaakt moet worden dat er iets heel ergs gebeurt. In praktijk betekent dat hoeveel grootschalige evenementen wij vergunnen en hoe de capaciteit van de politie toegedeeld wordt aan diverse doelen.

Er is mij geen rationele analyse bekend hoe wij in Zuid Oost Brabant met dit vraagstuk omgaan. Het onlangs aangenomen integrale veiligheidbeleid noemt evenementen onder de prioriteit “Veilig uitgaan”, maar dit slechts in tamelijk algemene zin. De uitwerking is een van de zaken die nog moeten gebeuren.

Ik zou het college dan ook de volgende vragen willen voorleggen:

  1. Hoe gaat de vergunningverlening aan evenementen, in relatie tot de beschikbare politiecapaciteit, op dit moment in praktijk in zijn werk? Wat is hierbij leidend?
  2. Ligt er op dit moment een besluit hoeveel manuur de politie maximaal jaarlijks kwijt wil zijn aan evenementen?
  3. Gaan het College en de leiding van de politie het rapport van het COT over Hoek van Holland inzetten bij de uitwerking van het evenementenbeleid?
  4. Men kan zichzelf twee extreme posities op een glijdende schaal voorstellen. Het ene extreem is dat men bij evenementen een veiligheid eist van 99,9%. De politie-inzet is dan leidend. Het aantal evenementen is dan navenant laag. Het andere extreem is dat men ruimhartig de vraag van organisatoren van evenementen inwilligt en vervolgens beziet welke politie-inzet dan nog haalbaar is. De vraag is dan leidend. Hoe positioneren het College en de korpsleiding zich op deze schaal?
  5. In wezen gaat het bij vraag 4) om een politiek – normatieve vraag. Het is in wezen een kaderstellende vraag. In hoeverre komt de Raad hierbij in beeld?

Bernard Gerard
SP raadslid

U bent hier