Eindhoven

SP-raadslid Bernard Gerard heeft het College van B&W gevraagd, of het mogelijk is om aan woningsplitsing en onttrekking voor kamerverhuur de voorwaarde te verbinden, dat de huurders ingeschreven staan in het bevolkingsregister. Tevens vraagt hij, hoe überhaupt vastgesteld kan worden wie in praktijk waar woont, en in welke mate die vaststelling plaatsvindt.

Bij tijd en wijle lijkt zich in Eindhoven de situatie voor te doen, dat verhuurders kamers en appartementen verhuren aan personen die niet in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) ingeschreven staan.

Dit is in zichzelf al een probleem, omdat de gemeente om allerlei redenen geacht wordt te weten wie waar woont (uitkeringen, GGD, rampenbestrijding, hulpverlening en politie). Daarnaast is het een probleem omdat een dergelijke onduidelijkheid het zicht belemmert op de financiële huishouding van de verhuurder. Dit kan bijvoorbeeld belangrijke fiscale gevolgen hebben.

Mijn vragen zijn nu:

1. Is het mogelijk om aan het verlenen van een onttrekkingsvergunning of een splitsingsvergunning de voorwaarde te verbinden, dat het bedoelde pand slechts verhuurd mag worden aan mensen, die in het Eindhovense GBA ingeschreven staan?
2. Is het mogelijk om de onttrekkingsvergunning en de splitsingsvergunning slechts voor een eindige tijd te verlenen, zodat het voldoen aan bovengenoemde voorwaarde meegenomen kan worden bij een eventueel besluit om deze vergunningen te verlengen?
3. Over welke methodes beschikt de gemeente om te controleren wie werkelijk waar woont, en in welke mate worden deze methodes ingezet?

Bernard Gerard
SP raadslid