h

Gemeente Eindhoven en Duurzaamheid

4 december 2009

Gemeente Eindhoven en Duurzaamheid

Dinsdagmiddag 1 december vond er in het Duurzaamheidcentrum ICSE (in de Philips Lichttoren) een strategiebijeenkomst plaats om gemeentepolitici en ambtenaren in contact te brengen met ondernemers en deskundigen op het gebied van duurzaamheid en craddle to craddle.

Initiatiefnemer voor deze bijeenkomst was SP gemeenteraadslid Bernard Gerard, die daarvoor een motie heeft ingediend en daarom van organisator de heer Gloudi als eerste het woord kreeg.

Bernard Gerard aan het woord
Bernard Gerard aan het woord / Foto: Anke van Hest

Gerard benadrukte dat de gemeentelijke plannen zoals een klimaatneutraal Eindhoven en een plan voor afvalloos produceren een brede instemming hebben gekregen in de Raad maar dat het ook ambtelijke lange termijnplannen zijn.

De gemeenteraad heeft echter ook behoefte aan concrete voorbeelden en inzichten op het gebied van duurzaamheid. Hij hoopte daarom dat er door deze bijeenkomst een goede basis wordt gelegd voor samenwerking tussen bedrijfsleven en gemeentelijke overheid op het gebied van duurzaamheid.

Wethouder van Merrienboer en Bernard Gerard
Wethouder van Merrienboer en Bernard Gerard / Foto: Anke van Hest

Met een opkomst van ongeveer zestig deelnemers, waaronder dertig mensen uit het bedrijfsleven en ruim twintig uit de gemeentelijke politiek was de middag zeer geslaagd, al merkte iemand wel op dat duurzaamheid kennelijk een mannenonderwerp is gezien het geringe aantal vrouwen.

Daarna was het woord aan de heer Close, oprichter van Stichting “De stad van Morgen”, een platform voor specialisten om te streven naar een duurzame stad. Na een korte uitleg van het initiatief overhandigde hij het “duurzaamheids-stokje” aan wethouder van Merrienboer, die als gespreksleider optrad.

Dit stokje is voor het eerst uitgereikt aan Balkenende tijdens de jaarlijkse Dag van de duurzaamheid 09-09-09. Door het stokje steeds door te geven wordt gehoopt dat de aandacht voor duurzaamheid als een milieuvriendelijke inktvlek door Nederland stroomt.

Close refereerde ook aan bioloog professor Lovelock, de milieugoeroe en schrijver van het boek de Gaia-hypothese (1979), die de aarde als levend organisme beschouwt. Nog bij het verschijnen van zijn recente boek “De wraak van Gaia” (2007) deed hij in de media nog een dringende oproep aan alle mensen om samen te werken om het milieu en het ecosysteem te redden. Het is vijf voor twaalf!

Close sloot zijn inleiding af met een belangrijke boodschap. “Duurzaamheid is meerwaarde geven aan de klant en burger” en levert een viervoudige winst op: winst voor de maatschappij, de gemeente, natuur & milieu én de burgers!

Voor de biologische broodjes en sapjes kwamen een aantal ondernemers aan het woord die vertelden hoe zij werken aan principes van craddle to craddle (C2C) en duurzaamheid. Na de pauze was het onderwerp duurzame energie en energiebesparing.

De ondernemer van Veldhoven van EuroCeramics en producent van keramische rioleringssystemen is al sinds twee jaar C2C- gecertificeerd. De uitgangspunten van C2C zijn beschreven in een gelijknamig boekje van Michael Baumgarten (ex-directeur Chemie van Greenpeace) en de Amerikaanse architect William McDonough. In hun visie zouden producten zodanig moeten worden ontworpen dat zij zonder kwaliteitsverlies volledig (eeuwig) hergebruikt kunnen worden of als biologisch afbreekbaar afval als voedingsstof voor het milieu dienen.

Het boekje dat zij schreven was ook C2C waarbij het papier gemaakt is van zetmeelmoleculen en de inkt vervangen is door een milieuvriendelijke stof. Bijkomend voordeel is dat het boekje waterafstotend is en bij een hogere temperatuur zomaar schoon te wassen is om hergedrukt te worden. Wil je het boekje niet meer dan gooi je het gewoon op de composthoop. Inmiddels hebben zij met hun adviesbureau vele ondernemingen geholpen.

Bij EuroCeramics is het nu ook zo dat het afval of restmateriaal dat tijdens het bakproces ontstaat gewoon weer als grondstof kan dienen. Ook de riolerings-systemen aan het einde van de levensduur kunnen weer hergebruikt worden.

Daarmee bespaart het bedrijf dus dure grondstoffen en heeft in de toekomst zelfs helemaal geen nieuwe grondstoffen meer nodig. Duurzaamheid is dus vooral ook economisch efficiënt en hoeft daarom ook niet duurder te zijn.
Ondernemer van Veldhoven noemde ook de afspraak dat gemeenten (en ook provincies) vanaf 2010 voor 50% duurzaam moeten inkopen en de landelijke overheid zelfs voor 100%. Het wettelijke verplichte Europese aanbestedingsbeleid zet C2C echter niet op voorsprong. De goedkoopste is zeker niet altijd de beste en een ondernemer moet ook een winstmarge hebben.

Verder werd geconstateerd dat C2C ook niets zegt over CO2 uitstoot (broeikas-gas) of het energiegebruik. Dat zijn factoren die voor duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen wél van belang zijn. Van Veldhoven deed zelfs een welgemeende oproep aan de partijen om hun partijpolitieke verschillen aan de kant te zetten en samen te handen ineen te slaan om te gaan werken aan een duurzame stad en land.

De tweede ondernemer Starren van het kantoorinrichtingbedrijf OCS/Steelcase vertelde over hun ervaringen om duurzaamheid en C2C in praktijk te brengen.

Steelcase was het eerste bedrijf wereldwijd dat C2C gecertificeerd werd in 2006 en modieus en duurzaam vormgegeven bureaumeubilair heeft. Zij hebben als bedrijf ook het hele duurzaamheidcentrum ICSE ingericht. Starren benadrukte dat C2C bedrijven ook stimuleert om na te denken over de hele productieketen, dus van ontwerp tot afvalverwerking de totale levenscyclus.

Een aardige stelling was ook dat van Gansewinkel in de toekomst geen afvalverwerker maar grondstofleverancier is!

Daarna was er veel tijd om met elkaar in gesprek te gaan en vragen uit het publiek te beantwoorden. Gezien de aard van de vragen was het meteen duidelijk, dat er veel kennis onder de toehoorders aanwezig was en kwam men al snel bij de echte dilemma’s.

  • Moet C2C ook lokaal gemaakt worden? De transportafstand is niet alleen belangrijk maar ook CO2 uitstoot.
  • Hoe streng zijn de criteria van de overheid voor duurzaam inkopen (niet dus)?
  • Zouden C2C producten niet beter gehuurd of geleased moeten worden in plaats van verkocht? Ja, dat zou beter zijn want dan blijven producten in bezit van de producent.
  • Meerdere vragen gingen ook over de gemeentelijke rol van afvalinzameling en beheerder infrastructuur waaronder riolering.
    Moet dat niet overgeheveld worden naar bedrijven? Ja, dat zou goed kunnen.

Wethouder van Merrienboer bleek een goede gespreksleider te zijn en was inhoudelijk goed op de hoogte.

Een inspirerende middag met dank aan de SP afdeling Eindhoven.

Ruud Thelosen

U bent hier