h

Rustig eerste debat over Parktheater

5 juli 2008

Rustig eerste debat over Parktheater

Op donderdag 3 juli vond de eerste ronde van het debat over het Parktheater, de nieuwe naam voor de Stadsschouwburg, plaats. Zo her en der was met enige spanning op dat debat vooruit gekeken, maar in werkelijkheid het viel erg mee.

Het Parktheater is technisch gesproken eigenlijk failliet. Het zit op dit moment voor 2 miljoen euro in de schuld bij de bank en de gemeente, en daar staan op korte termijn geen compenserende inkomsten tegenover. In november 2007 werd dat onontkoombaar duidelijk. In de nasleep van de Jaarrekening 2006 moest de gemeente toen op stel en sprong geld als lening bijlappen. Het College weigerde de Raad van Commissarissen van het Parktheater te dechargeren, waarop deze opstapten.

Het College van B&W reserveerde 1,8 miljoen euro, waarvan ongeveer de helft uitgeleend werd, en stelde een onderzoek in. Daar kozen ze accountantsbureau Ernst & Young voor, de huisaccountant van de gemeente en trouwens ongelukkigerwijs ook van het Parktheater.

SP-woordvoerder Gerard vond dat principieel niet verstandig, ook al bleek nergens dat die dubbele pet het rapport beïnvloed had. Je moet toch altijd weer uitleggen dat Ernst & Young bij het Parktheater de onpartijdigheid van Ernst & Young bij de gemeente niet beïnvloed had.

Het rapport van het accountantsbureau kwam op maandagavond 30 juni laat uit. Dat was vlak voor de vakantie. Daarom werd de bespreking in tweeën gesplitst. Op donderdag 3 juli ging het over duidelijkheid en over de schadebeperkende maatregelen op korte termijn. Kon het personeel zonder slapeloze nachten gaan vissen? In het najaar komt de verantwoordingsvraag aan de orde. Wiens schuld is het en moet iemand daarvoor boeten?

Het rapport is vernietigend voor de vroegere directeur van het Parktheater, Fons Bruins, en voor de Raad van Commissarissen van deze NV. Zodanig dat onderzocht wordt of deze persoonlijk aansprakelijk te stellen zijn. De breuk tussen in de plus en in de min vond plaats bij de verbouwing, die in 2004 begon en officieel nog steeds niet afgerond is. Van alles bleek slecht geregeld te zijn rond die verbouwing. Overigens was daartegen gewaarschuwd door het bouwmanagement en adviesbureau PRC. Dit bureau was door het College ingehuurde voor een bouwaudit op de bouwplan voor de renovatie en verbouwing van de Stadschouwburg. [raadsnummer 03.R366.001]

SP-raadslid Bernard Gerard (SP) had toen (juni 2003) al voorgesteld om het begin van de bouw uit te stellen en eerst een fatsoenlijk raadsvoorstel te maken, maar dat mocht niet baten. Niemand steunde toen die gedachte. Daardoor was niet precies duidelijk wie wat zou betalen. Pas op het laatste moment werd de verbouwing uit handen van directeur Bruins genomen en bij de gemeente gelegd die eigenaar van het pand is. Het is ironisch dat, gegeven de krachtige SP-waarschuwing aan het begin van het proces, nu SP-wethouder Don verantwoordelijk was voor het onderzoek naar de gevolgen ervan.

Het rommelige bestuur rond de verbouwing bleek een voorbode van een rommelig bestuur na de verbouwing. Het Parktheater hàd een begroting, maar dat was vooral een papieren tijger. Bruins’ programmering trok zich niks van de begroting aan en de Raad van Commissarissen vond dat al die jaren goed. Het tekort over 2007 was bijna een miljoen euro, en ook in 2008 zal er een fors tekort zijn omdat de eerste helft van het jaar nog door de oude directeur geprogrammeerd is. Bruins is kort na het voltooien van de verbouwing als directeur afgetreden ten gunste van Giel Pastoor (niet de ex-wethouder van Leefbaar Eindhoven!). Pastoor ligt goed in de Eindhovense politiek.

Omdat het nu vooral om maatregelen op korte termijn ging, verschilden de meningen van de diverse politieke partijen (waaronder de SP) uiteindelijk nauwelijks van die van het College. Er wordt strakker gecontroleerd, binnen de gemeente worden de diverse petten nadrukkelijker over meer hoofden verdeeld, het personeel wordt in elk geval voor 2008 gerustgesteld, het Parktheater heeft voorlopige financiële garanties en de gemeente leent een financiële sterke man uit, die moet helpen om een nieuwe exploitatieopzet te maken. Ook wordt er nagedacht over de bestuursvorm van het Parktheater (nu een gemeentelijke NV).

SP-woordvoerder Gerard voegde daar nog aan toe dat het misschien wenselijk was om de nieuwe directeur ook inhoudelijk te ondersteunen. Verder betwijfelde hij of het Parktheater in de toekomst inderdaad op basis van ongewijzigde subsidie kon functioneren. Ernst & Young meende van wel, maar er waren meer partijen die de scepsis van Gerard deelden. Gerard baseerde zijn twijfel onder andere op een analyse van de Jaarrekeningen van de afgelopen vijf jaar door SP-rekenaar Herman Poels.

De enige die in de consensus uit de toon viel was Marcel van Bussel van Leefbaar Eindhoven en, deze keer in mindere mate, zijn lokale kompaan Dré Rennenberg van de Ouderenpartij. Bij gebrek aan eigen ideeën zijn deze twee heren er zo op gespitst onder elke steen kakkerlakken te zoeken en achter elke grashalm een adder, dat het lachwekkende proporties aanneemt. Vooral als ze die grashalm eerst zelf geplant hebben.

Het definitieve besluit tot de verbouwing van het Parktheater is in 2003 immers genomen in een College, waarin Leefbaar Eindhoven de grootste partij was en waarvan de Ouderenpartij min of meer deel van uitmaakte. Beide partijen waren tegen het SP-amendement, dat indertijd voorstelde om de opdracht tot de verbouwing uit te stellen tot er eerst een beter raadsvoorstel lag. Dat mocht. Maar enige bescheidenheid is dan nu meer op zijn plaats als de pompeuze toon, waarop beide heren de onderste steen boven wensen te zien.

In het najaar komen we op deze kwestie terug.

Bernard Gerard

U bent hier