Eindhoven

Bron: www.eindhoven.nl
Dat blijkt uit de Landelijke Monitor Werk en Inkomen van de FNV. Dit is een kwalitatief onderzoek dat de FNV iedere twee jaar uitvoert. Dit jaar heeft de FNV het sociale beleid van maar liefst 215 gemeenten onderzocht.

Een greep uit de resultaten voor Eindhoven:
De inkomensondersteuning voor huishoudens met een laag inkomen is relatief hoog, met een bedrag van meer dan 750 euro. De gemiddelde wachttijd bij het aanvragen van een uitkering is maximaal 27 dagen. 65-plussers met een onvolledige AOW krijgen aanvullende bijstand via de Sociale Verzekeringsbank. Bij de aanbesteding van de hulp bij het huishouden wordt gebruik gemaakt van een relatief hoog standaard uurtarief.
Eindhoven haalt de hiermee hoogste score op onderzoeksresultaten en mag daarmee de meest sociale stad van Nederland genoemd worden.

Wmo

Dit jaar heeft de FNV voor het eerst onderzocht op welke manier gemeenten omgaan met de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). In Eindhoven is bij de invoering van de Wmo direct gekozen voor een model waarbij de cliënt kan kiezen uit zoveel mogelijk aanbieders van hulp bij het huishouden Doordat de gemeente werkt met één relatief hoog standaard uurtarief van 19,80 euro voor beide vormen van de hulp bij het huishouden (HV1 en HV2), is er voor thuiszorginstellingen geen financiële noodzaak geweest standaard voor de goedkoopste vorm van hulp te kiezen.

De resultaten van het FNV-onderzoek zijn op woensdag 9 april in het Stadhuis door de FNV gepresenteerd. Wethouder Hans-Martin Don nam namens de medewerkers van de gemeente de felicitaties van de FNV in ontvangst.
“Natuurlijk ben ik trots. Eindhoven scoort al een tijdje goed in dit onderzoek, maar nu staan we bovenaan. Ik kijk echter ook naar de praktijk. In onze stad leven nog steeds zo’n 20.000 Eindhovenaren in armoede, door verschillende oorzaken. We gaan dus onze inspanningen doorzetten om hun situatie te verbeteren”, aldus wethouder Don.

Eindhoven gaat in 2008 nog intensiever aan de slag met de re-integratie van werklozen, onder andere door goede samenwerking met het bedrijfsleven. “Met bijvoorbeeld VDL en DAF hebben we projecten lopen waarin langdurig werklozen een opleiding krijgen, maar ook meteen aan de slag kunnen”, vertelt Don. “We kijken ook samen met het bedrijfsleven hoe zij hun medewerkers kunnen laten doorstromen naar een hoger niveau, zodat er aan de onderkant mensen met een lage of zelfs geen opleiding kunnen instromen, uiteraard weer met de combinatie werk en leren”.