Eindhoven

Op 24 juni gaven de Utrechtse onderzoekers Brunekreef en Gehring een minicollege over luchtkwaliteit en oorzaak-gevolg relaties. Bernard Gerard was er bij en maakte bijgaand verslag. Als je alleen naar Fijnstof (PM 2.5) kijkt, leeft de gemiddelde Eindhovenaar een maand of vier korter.

Brunekreef
OP 24 juni gaven de Utrechtse onderzoekers professor Bert Brunekreef en universitair docent Ulrike Gehring in het gebouw van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen een minicollege over de luchtkwaliteit in Europa en de gevolgen daarvan voor de gezondheid. Beide zijn verbonden aan het IRAS (Institute for Risk Assessment Sciences).

Lucht boven Eindhoven

Brunekreefs eerste zin was dat toen hij aan dit onderwerp begon, hij verwachtte met een uitstervend probleem bezig te zijn. Hij dacht toen dat de maatregelen op termijn zouden helpen. Dat idee heeft hij nu niet meer, zei hij.

Brunekreef schrijft veel over fijn stof. In zijn presentatie, waarvan de sheets nog niet gepresenteerd zijn, zat materiaal dat ook in eerder gepubliceerde sheets voor kwam. Wat plaatjes daaruit (die niet alleen van Brunekreef zelf zijn).

Advieswaarden en Normen voor Fijnstof

Gezondheidswinst van maatregelen

Geschat effect van door mensen veroorzaakt Fijnstof op levensduur in maanden

Harvard zes steden studie

Let wel: de onderste twee plaatjes zijn al wat ouder. De toestand is sindsdien verbeterd.

Eindhoven
Ter vergelijking: in stedelijk gebied in Nederland in 2012 zat het gehalte rond de 15 μgr/m3 (Compendium voor de Leefomgeving). In Eindhoven zal dat grofweg niet anders zijn.

Dat betekent dat Eindhoven boven de norm van de World Health Organisation zit (WHO), en boven bijvoorbeeld de Californische norm. Als de WHO zijn zin kreeg, leefde elke Eindhovenaar gemiddeld een maand of vier langer.

Dat soort werk doet Brunekreef. Hij probeert dit soort verbanden zoveel mogelijk te kwantificeren door gebieden tegenover elkaar te zetten, die (idealiter) verder hetzelfde zijn, maar die bijvoorbeeld in het verkeer of de stofconcentratie verschillen.

Gehring
Dat soort werk doet ook Gehring. Gehring werkt mee aan de European Study of Cohorts for Air Pollution Effects (ESCAPE). De studie volgt een aantal geboortecohorten in zes Europese landen (een cohort is een groep mensen die in hetzelfde jaar geboren zijn). Gehring legt zich toe op kinderen van 8 tot 10 jaar en kijkt of er een betrouwbaar verband te vinden is met de mate van lucht-verontreiniging. Ze toonde uitkomsten van ESCAPE, maar die waren nog zo vers dat ze nog niet in de vakpers gepubliceerd waren. Wel kon Gehring ze in algemene bewoordingen op papier zetten.

Gehrings werk (en dat van anderen) geven met meer dan 95% betrouwbaarheid (‘significant’) aan dat luchtvervuiling leidt tot meer longontsteking en een slechtere longfunctie bij kinderen. Er zijn ook aanwijzingen voor asthma, zo bleek uit de presentatie, maar die haalden de vereiste significantie niet altijd.
Onderstaande tabel op basis van eerder gepubliceerd materiaal geeft een indruk van wat uit dat soort onderzoek komt (ATS-journal, 15 maart 2010, Gehring ea, Traffic-related air pollution and the development of asthma and allergies during the First 8 years of life)

(wheeze is hier zoiets als piepend ademhalen)

Een uitkomst is significant als de 1,00 niet meer in het interval zit. PM2.5 (fijn stof) en early transient wheeze is een behoorlijk zwaar en significant verband, PM 2.5 en persistent wheeze is een zwaar verband, maar niet significant).

OR betekent hoeveel keer zo groot de kans is dat je het krijgt.

Bernard Gerard