h

N69 – onderzoek Oranjewoud

19 maart 2011

N69 – onderzoek Oranjewoud

Er wordt al 40 jaar gezocht naar een oplossing voor het autoverkeer te zuiden van Eindhoven. In de afgelopen 25 jaar zijn al drie pogingen mislukt. Men komt men steeds dezelfde oorzaken tegen: de gemeenten willen geen deeloplossing in de eigen dorpskom, geldgebrek, en het belang van natuur en landschap wordt te licht opgevat.

Men probeert het nu voor de vierde maal, maar daarbij draven dezelfde oorzaken opnieuw op. Daaruit kan hetzelfde gevolg voortvloeien.

N69
N69

Deze keer wordt een “Brede belangen – benadering” gevolgd, waarin natuur en landschap van meet af aan een rol spelen. Dat is goed, als het correct gebeurt. Een totaalverhaal, waarin zowel leefbaarheid als verkeer als natuur als milieu als geld worden meegenomen, is een complex, maar nastrevenswaardig doel. Dat men daarvoor appels en peren en sigaren moet optellen is bij dit soort maatschappelijke kosten-batenanalyses onvermijdelijk. Af en toe moet dat met de natte vinger. Bovendien komt er nog een m.e.r.-procedure.

De brede benadering heeft geleid tot twee mogelijke pakketten, de Nulplus met Westparallel en de Nulplus met alle West- en Middenvarianten. Daarvan blijkt de eerste politiek gewenst en de tweede niet.

De pakketten staan beschreven in het onderzoeksrapport van Oranjewoud. Daar begint mijn probleem. De vinger van Oranjewoud is maar aan één kant nat. Er zitten systematische gebreken in de studie.

1) Oranjewoud hanteert een rangorde “van grof naar fijn”. Als dat kritisch gebeurt, is het een logische aanpak. De belangrijkste valkuil is de onuitgesproken aanname, dat maatregelen op een hoog abstractieniveau een groter effect hebben dan concrete maatregelen.
Voorbeeld: een “nieuwe weg” wordt op abstract niveau vergeleken met “geen nieuwe weg”. Aangenomen wordt dat concrete uitvoeringsmaatregelen als een klassiek verkeerscirculatieplan (vrachtautoverbod, eenrichtingsverkeer, camera’s etc) tot effecten leiden, die veel kleiner zijn dan die van de nieuwe weg. “Nieuwe weg” wordt niet vergeleken met “verkeerscirculatieplan”. Het is nog maar de vraag in hoeverre die benadering terecht is. M.a.w., of de rangorde van Oranjewoud klopt.
Het praktisch – politieke gevolg is dat de gemeenten opnieuw de vraag kunnen ontlopen welke (mogelijk impopulaire) maatregelen in de eigen dorpskom zinvol zijn.

2) Oranjewoud gaat vreemd om met natuurwaarden. Na de algemene uitspraak dat het allemaal waardevol is, volgen concreet slechts warme woorden over het landschap ten westen van Waalre. De Natura 2000 – gebieden worden vooral als juridisch risico opgevoerd. Over de beekdalen wordt weinig specifieks gezegd, terwijl toch de beschermde status ervan veel zwaarder is. Over de specifieke geologische structuur van het gebied bij en ten westen van de Keersop (breuklijnen met kwel) wordt niets gezegd.
Onevenwichtige input leidt tot onevenwichtige output. Varianten bij Waalre worden eerder ontraden dan varianten bij de Keersop. Dat past bij het politiek gewenste plaatje. Of het standhoudt bij de Raad van State staat te bezien.

3) De tekst van het rapport is genuanceerder dan de vertaling ervan in “stoplicht-vakjes”. Dat biedt ruimte voor willekeur.
Nergens staat bijvoorbeeld gedefinieerd waar precies de grenzen liggen tussen rode, oranje, gele en groene vakjes.
Bij het Nulplus-West-Middenpakket worden de verschillende varianten in één vak op één hoop gegooid, waarbij bij “natuur” in het verzamelvak West + Midden rood is, terwijl het natuurvak in de afzonderlijke varianten geel of oranje is.

4) Blijkbaar neemt Oranjewoud aan dat straks alle verkeer op de beoogde Westparallel netjes om Dommelen heen rijdt. De bewoners van Dommelen denken daar anders over. Die denken, dat de N69 straks over de Damianusdreef loopt als die auto’s in de noordwesthoek van Dommelen over een nieuwe brug de wijk uitrijden. Het groene “stoplichtvak” is, wat hen betreft, rood. De SP was als gast aanwezig bij een recente wijkbijeenkomst. Er waren minstens 120 bezoekers.
Hetgeen Valkenswaard met een probleem opzadelt. Men verwachtte van de Westparallel ten westen van de Keersop geen protest. Dat valt tegen.

5) Volgens Oranjewoud trekken enkele varianten nieuw, gebiedsvreemd verkeer aan, maar dat leidt niet tot het waardeoordeel “ongewenst.“ Bij de beoogde Westparallel is dat effect het grootst (16% meer verkeer bij de grens).

6) Oranjewoud verwacht weinig van het parkeerbeleid in Eindhoven en is nodeloos pessimistisch in zijn prognoses over het succes van de HOV-lijn. De Nulplus is onvoldoende uitgewerkt.

Samenvattend brengt mij dat tot het volgende standpunt:

  1. De gemeenten moeten zich niet te snel rijk rekenen met hun voorkeur voor de Westparallel;
  2. Zij moeten de Nulplus-west–midden variant zeer serieus mee blijven nemen, ook in de m.e.r. – procedure;
  3. De SP vindt de Nulplus-west-midden variant veel beter dan de Westparallel, vooral als de eerste wordt aangevuld met een verkeerscirculatieplan;
  4. Nieuw asfalt op een deel van het tracé van de Oude Spoorbaan in Waalre is bespreekbaar, eventueel in een éénrichtingsuitvoering;
  5. De bewoners van Dommelen hebben gelijk;
  6. Bij Eersel en Bergeijk moeten praktische oplossingen gevonden worden.

Bernard Gerard

U bent hier