Eindhoven

In augustus 2007 werd Bernard Gerard (die voor de SP het milieu in zijn portefeuille heeft) benaderd door een inwoonster van de Van Renesseweg in de Stratumse wijk Burghplan. Er zat een bodemvervuiling. Wat te doen? De kwestie sleepte zich toen al een tijd voort.

Het gaat om het oude Strontven. Dat heet zo, omdat daar vroeger de riolering in uitkwam. Tussen 1930 en 1960 is dit ven gaandeweg gedempt, onder andere met huisvuil, materiaal van de DAF en puin (wettelijk is de vervuiling dus al lang en breed verjaard). Daarna is er een laag grond op gekiept en in de jaren ’60 zijn er de huidige woningen op gebouwd. Die liggen rond de huidige Van Renesseweg en Jan Sluytersweg en enkele naburige straten. Bij elkaar gaat het om enige tientallen huizen. De woningen in het (ruimere) gebied zijn deels van de eigenaar-bewoners, deels van het Pensioenfonds Metaal en Techniek, en deels van het Algemeen Mijnwerkersfonds. Het probleem werd bekend toen het pensioenfonds de huizen wilde verkopen.

Grotere kaart weergeven

Tussen toen en nu heeft het gebruikelijke onderzoekstraject in opdracht van de Milieudienst plaatsgevonden. Het duurde alleen ongewoon lang (tot september 2008) omdat de Milieudienst er voor de zekerheid er een tweede lichting boringen tegenaan gooide, en vervolgens voor de zekerheid een second opinion zocht bij het RIVM en de GGD. Nu zijn alle onderzoeken op één na afgerond (en dat laatste is naar alle waarschijnlijkheid niet van belang) en ligt het eindbeeld op tafel. Dat is voor de buurt niet leuk, maar ook niet dramatisch.

De Milieudienst stelt, dat op een aantal plaatsen de interventiewaarden voor bodem- en grondwatervervuiling overschreden zijn. In beginsel moet die troep dus de grond uit. In praktijk echter staan er op het grootste deel van het gebied huizen. Uit het onderzoek blijkt, dat de bovenste halve meter schoon is (althans niet viezer als gebruikelijk in stedelijk gebied). Zolang de bewoners niet door die laag heen graven is er niets aan de hand. Er is geen gevaar voor de gezondheid, geen gevaar voor verspreiding en waarschijnlijk ook geen ecologisch gevaar (dat laatste onderzoek loopt nog). Wie dieper wil graven moet de gemeente verwittigen. Groententeelt uit eigen tuin is geen probleem als die planten niet dieper wortelen als een halve meter. Als ze wel dieper wortelen (bijvoorbeeld fruitbomen), dan is er waarschijnlijk nog geen probleem, maar daar zou dan enige controle op moeten zijn. Daarom kunnen bewoners gewassen ter keuring aanbieden aan de Voedsel- en Waren Autoriteit. Er komt een zorgplan voor de wijk en verder adviseert de Milieudienst om niets te doen.

Bernard Gerard heeft gesproken met de dienstdoende ambtenaar van de Milieudienst en heeft daarvan een uiterst correcte behandeling ondervonden. Hij kreeg een exemplaar van het volledige (bijna een decimeter dikke) dossier. Hij onderschrijft de onderzoeksresultaten en de interpretatie van de Milieudienst, maar stelt dat de bewoners twee verzoeken zouden kunnen neerleggen bij de gemeente. Niet vanwege de urgentie, maar wel omdat het voor de bodem een verbetering zou zijn en voor de bewoners een psychologische vooruitgang. Hij heeft daarover met een bestuurslid van de wijkvereniging gesproken op de wijkdag van 21 september 2008 op welke dag het nieuwe steunpunt in Burghplan geopend is.
Men zou, aanvullend op het advies van de gemeente, twee dingen kunnen doen. Het eerste is een verzoek indienen om het plantsoen tussen het Van Reespad en Roghmanpad af te graven. Daar staan geen huizen op en er zit relatief veel troep (tamelijk diep) in de grond. Het tweede is de grondwatervervuiling met minerale olie bestrijden door het grondwater op te pompen en te zuiveren. Dat zou wel om extra onderzoek vragen, omdat het grondwaterstromingen in de ondergrond zou veroorzaken. Bovendien staat er dan jaren zo’n grommend gevaarte in de wijk.

Bernard Gerard heeft de keuze bij het bestuur van de BOB neergelegd (Belangenorganisatie Oude Burgh), en aangeboden dat hij eventueel wel een keer wil komen praten. Daar ligt de bal dus nu.