Eindhoven

EINDHOVEN – Afgelopen vrijdag heeft D66 een verzoek ingediend voor een spoeddebat over embryo-selectie bij borstkanker. Het voorstel van PvdA-staatssecretaris Bussemaker, dat deze selectie mogelijk maakt, werd eerder die dag door de ChristenUnie geblokkeerd. Mede-oppositiepartijen VVD en GroenLinks steunden het verzoek van D66. De SP doet dit niet. Tijdens het politiek café WeSP, van SP-Eindhoven op 1 juni 2008, lichtte SP-woordvoerster en Tweede Kamerlid Agnes Kant het SP-standpunt toe in een tweegesprek met journalist en weSP-gespreksleider Hans Horsten.

Volgens Kant wordt op dit moment de discussie bepaald door allerlei coalitiebelangen en electorale belangen. 'Wat ik wil is dat we een goed afgewogen fatsoenlijk debat voeren over embryo-selectie voor borstkanker en of dit in Nederland gewenst is of niet. Een spoeddebat leent zich daar absoluut niet voor. De ChristenUnie mag vinden wat ze vinden. Maar dat ze met zes zetels in de Kamer andere mensen in Nederland dit ontzeggen, dat vind ik ook ethisch niet kunnen'.

Het Tweede Kamerlid is voor embryo-selectie maar realiseert zich terdege dat met het toestaan van deze selectie voor borstkanker een bestaande grens wordt gepasseerd. Momenteel is embryo-selectie toegestaan op ernstige aandoeningen met een honderd procent zekerheid. 'Het niet gaat om honderd procent zekerheid op een heel lastige dodelijke ziekte maar om het tachtig procent zekerheid op een heel ernstige ziekte die pas op latere leeftijd optreedt en waar ook nog enige behandeling voor mogelijk is. Tachtig procent vind ik héél veel. Het is een hele ernstige ziekte die alleen maar te voorkomen is door op hele jonge leeftijd bij vrouwen de borsten af te zetten. Dat is zo ingrijpend dat echtparen die deze ernstige ziekte bij zich dragen nu geen fatsoenlijke beslissing kunnen nemen of ze nu wel of geen kind willen omdat dan de kans groot is dat ze het kind ook een ziekte aandoen. Daarom vind ik dat het voor deze mensen gewoon moet kunnen dat je voor de geboorte met de ivf-techniek kijkt welke embryo die erfelijke aandoening heeft en welke niet'.

'Overigens speelt zich dit alles af vóór de zwangerschap. Als je tijdens de zwangerschap bijvoorbeeld via de vlokkentest vaststelt dat het kind deze ziekte heeft, of welke ziekte dan ook dan, is iedereen vrij om te kiezen voor abortus. Dus in een veel verder stadium van de ontwikkeling kunnen en mogen dit soort beslissingen al genomen worden. De ethische discussie gaat er nu over of de selectie vóór je de zwanger wordt, een andere afweging is. In mijn ogen is dat niet het geval'.

'Als ik in deze situatie zou zitten zou ik het ook willen laten doen, maar heel veel vrouwen zouden het waarschijnlijk niet doen. Bijvoorbeeld, vrouwen die op oudere leeftijd zwanger raken hebben de mogelijkheid om met behulp van zwangerschaptesten te kijken of ze al dan niet zwanger zijn van een kind met het syndroom van Down en kunnen beslissen dat ze dit niet willen. Heel veel vrouwen doen deze tests juist niet. Dat maakt de discussie heel persoonlijk. Het zijn weloverwogen beslissingen die mensen in een hele moeilijke situatie nemen. Daarom denk ik niet dat je, zoals de ChristenUnie stelt, als politiek dan maar wel even de beslissing voor de mensen hierover kunt nemen. Dat kunnen mensen in overleg met deskundigen en artsen heel goed zelf.

Als politiek moet je wel de grenzen stellen: hoe ver gaan we daarin. In hoeverre worden kinderen maakbaar. Kijk nu gaat het om tachtig procent risico op een ernstige ziekte. Maar wat doen we als het vijftig procent risico is, of tien procent. Wat doen we als mensen willen kiezen voor een jongetje of een meisje. Dat laatste is natuurlijk ver de grenzen voorbij. Maar die discussie moet wel gevoerd worden en die grenzen moet je stellen'.

Rob de Kruif

Reacties op dit artikel