h

Onderwijskundig beleid Fontys is verbeterd

11 april 2008

Onderwijskundig beleid Fontys is verbeterd

SP-2de kamerlid Jasper van Dijk (onderwijswoordvoerder) en Bernard Gerard (verantwoordelijk voor de Eindhovense HBO/MBO – website) hadden een gesprek met dhr. Houben van de Raad van Bestuur van Fontys. Het gesprek vond plaats op initiatief van Fontys en past in het beleid van de Fontystop om de grote politieke partijen in de 2de Kamer te informeren over het wel en wee van Fontys Hogescholen.

Meer contacturen, meer kennis, meer toetsing
Fontys werkt voortdurend aan de kwaliteit en studeerbaarheid van het onderwijs en zoekt daartoe naar een aangepaste onderwijsfilosofie. Het zelfwerkzaamheid-verhaal bleek nuancering te behoeven. Het wordt aangepast (niet iedereen binnen Fontys is daar overigens even blij mee). De commissie-Dijsselblom heeft een aantal zaken correct beschreven, aldus Houben. Er zijn zaken veranderd waarvan de effecten onvoldoende duidelijk waren.
In 2007 is daarom het besluit genomen dat alle instituten eenzelfde contacttijd van minstens 20 uur per week hanteren. (contacttijd heeft hier de betekenis van ingeplande interactie met een docent). Sommige opleidingen haalden dat tot dan toe niet. Dit aantal contacturen is conform het advies van de HBO-Raad. Fontys kan dit verhoogde aantal contacturen betalen door op termijn indirecte docentenfuncties terug om te zetten in directe. Als overgangsmaatregel worden er tijdelijk wat extra formatie-plaatsen toegekend.

Daarnaast wordt de gedachtenvorming over onderwijskundige accenten binnen Fontys wat meer decentraal belegd. . Bijvoorbeeld bij discussiegroepen die aan de Fontyslectoren zijn gekoppeld. Ook formuleren alle opleidingen (voor zover dat nodig was) een duidelijke “body of knowledge” , een soort algemeen aanvaarde canon, die systematisch aan de studenten onderwezen werd. De opleidingen zijn hier zelf verantwoordelijk voor.
Deze voorgeschreven kennis moet getoetst worden alvorens een student op mag voor zijn assessment. Daardoor zal ook de toetspraktijk binnen Fontys, die van opleiding tot opleiding sterk verschilde, weer wat eenvormiger worden. De extremen op dit gebied groeien naar elkaar toe. De assessments blijven, want die zijn uit de ervaring van de afgelopen jaren naar voren gekomen als een verworvenheid. Per opleiding drie: één op het einde van het eerste jaar, één op het einde van de studie, en één ergens er tussen in.

De lerarenopleiding en de PABO
Reken- en taaltoetsen bij de PABO is bij de Fontys een bestaande praktijk.
“Landelijk vastgelegde eindtermen” vond dhr. Houben “een boeiend dossier”. Van hem hoefde dat niet. Fontys voelde zich zeer wel in staat die eindtermen zelf te waarborgen. Maatschappelijk bestaat er veel onbegrip voor de lerarenopleidingen, met bijbehorende oordelen en vooroordelen. Houben wilde graag een keer apart op dit onderwerp terugkomen, maar dan met de specialisten erbij. De principeafspraak is gemaakt.

De verhouding met de TUE
Houben vind het “binaire stelsel” niet werkbaar (dwz de duidelijke scheiding tussen de HBO-wereld aan de ene kant en de universitaire aan de andere kant): “ik krijg dat in het buitenland niet uitgelegd”. HBO en TUE moeten wel een aparte oriëntatie houden, maar de samenwerking zou veel verder kunnen gaan dan de minieme samenwerking die nu bestaat.
In dit verband is gesproken over de masters-opleidingen binnen Fontys, zoals die in de gezondheidszorg en die voor 1ste graads – leraren. 600 studenten maken daar gebruik van.
Ook werd melding gemaakt van het budget van ca 5 a 6 miljoen voor onderzoek op HBO-niveau.

Diverse thema’s
Er is kort gesproken over de omvang van de organisatie (37000 studenten) en over de daaruit volgende regionale monopoliepositie “met concurrentie aan de randen”. De meningen over de verdienste van deze omvang bleven verschillend. Verdere fusie heeft in elk geval geen zin.
Verder is gesproken over de prestatiebeloning voor het personeel (een ingewikkelde zaak waarover de gesprekspartners ook na afloop van het gesprek niet geheel hetzelfde dachten) en is toelichting gegeven op de positie van een dienstverlenend instituut als de DOBA.

De begroting en de bezuinigingen
De meerjarenbegroting is niet optimistisch, aldus Houben. “we gaan het financieel zwaar krijgen”. Van de begroting van ca 300 miljoen haalt Fontys ca 45 miljoen zelf binnen. De rest komt van het Rijk, maar van het structurele budget ten behoeve van onderwijs gaat in de komende vier jaar jaarlijks een paar procent af ten behoeve van specifieke uitgaven, zoals lectoraten. Dat vloeit voort uit besluiten van vorige kabinetten. Het huidige kabinet heeft daar niets aan aangepast. Men kan dus niet zeggen dat Plasterk investeert in het reguliere onderwijs. Ook de HBO-Raad krijgt daar niets tegen gedaan. Je kunt als hogeschool wel extra geld krijgen via inverdientaken, maar die kosten ook geld en per saldo geeft dat weinig soelaas. Overigens meldde Houben dat bij Fontys 70% van het geld opgaat aan het primaire proces. Deze problematiek geldt voor het gehele hbo. Jasper van Dijk beloofde dat hij aandacht aan het probleem zou schenken.

Er is een principe-afspraak gemaakt om in de toekomst verder te praten.

U bent hier