Eindhoven

Zoals eerder werd bericht zal de gemeente Eindhoven haar contract met Kringlooplijn Eindhoven, inzamelaar van kringloopgoederen, per 1 december verbreken. In een gezamenlijke brief hebben de SP en de Stadspartij het college enkele raadsvragen gesteld over de verbreking van het contract en over de houding van de gemeente in de nieuw ontstane situatie.

Het Kringlooplijn mag tot en met 30 november 2010 doorgaan met de inzameling van textiel. 'Hiermee zet Humana in essentie gewoon zijn traditionele werk voort', stellen de SP en de Stadspartij. Samen met Nederland Kringloop vormt stichting Humana het bedrijf Kringlooplijn Eindhoven.

'Het Eindhovens Dagblad schrijft op 2 november 2007, dat er sprake zou zijn van een afkoopsom. Dat hebben wij in het summiere persbericht van de gemeente niet terug kunnen vinden', laten de partijen in de brief weten. De SP en de Stadspartij laten weten dat ze 'in principe begrip kunnen ontwikkelen voor een afkoopsom, omdat naar de mening van beiden ook aan de kant van de gemeente fouten gemaakt zijn. We willen echter wel graag weten hoe het precies zit'. Ze vragen het college om de gemeenteraad 'zo precies mogelijk op de hoogte stellen van de condities rond het verbroken contract'.
Zo heeft Kringlooplijn een sociale nalatenschap van de oude situatie zoals de overname van personeel van de vorige gunninghouder en gesubsidieerde arbeid. De partijen zien hier een 'zekere gemeentelijke verantwoordelijkheid'. Ze willen daarom van het college weten of ze hier ook een gemeentelijke taak ziet en als dit het geval is wat voor een taak dat dan zou zijn.
Daarnaast zijn er milieuhygiënische aspecten, zoals bijvoorbeeld inzamelhoeveelheden, scheidingsrendement en eventuele gevolgen voor de milieustraten. Ook hier zie de SP en de Stadspartij een gemeentelijke verantwoordelijkheid: 'Kan het college een inschatting maken van de milieuhygiënische gevolgen van de overgang van de oude naar de nieuwe situatie, en of deze een gemeentelijk ingrijpen nodig maken?'

De partijen stellen dat 'de afhandeling van de sociale nalatenschap en de milieu-hygiënische aspecten kunnen samenhangen met een eventueel opstarten van enige vorm van subsidierelatie met de bestaande inzamelaars'. Volgens het artikel in het Eindhovens Dagblad zou de gemeente hier vooralsnog niet toe bereid zijn. Daarom vragen de partijen of het college kan aangeven hoe ze in de nieuwe situatie de positie ziet van de gemeente als subsidieverstrekker en wat het college er van zou vinden als de gemeente alle inzamelaars een vrijstelling van stortkosten geeft.

Rob de Kruif