h

SP-er Bernard Gerard spreekt bij debat op Fontys-hogeschool

21 oktober 2007

SP-er Bernard Gerard spreekt bij debat op Fontys-hogeschool

De minor Health & Lifestyle van de Fontys heeft een politiek forum georganiseerd op 10 oktober 2007. De organisatie was aan de studenten overgelaten, hetgeen wel een beetje te merken was. De avond voor het debat (dat ’s ochtends plaatsvond) vielen er vier stellingen in de computer, en de ochtend erop bleken dat er ineens zes te zijn. Houdt de boel wel spannend.
Aanwezig waren verder Fer Smolders, PS-lid en van het jongeren CDA, en iemand van de jongeren-PvdA. Verder waren aanwezig een man of 80 aan publiek.

  • De stelling “De marktwerking in de zorg leidt tot een graaicultuur” was voor de SP een inkoppertje: “Ja, uiteraard, en tot veel meer ellende”. De partjen die die marktwerking zelf bedacht hadden, hadden het er wat moeilijker mee. De CDA-er was zo stom om aan de zaal te vragen wie er voor markt-werking in de zorg was en dat bleek niemand te zijn. De logische vraag wie er dan wel tegen was leidde tot massale instemming.
  • De stelling “dat het minder aantrekkelijk maken van alcoholreclames ervoor zorgt dat kinderen minder alcohol gaan drinken” leidde op zichzelf tot weinig onenigheid. Die ontstond wel toen B.Gerard zei dat dat noodzakelijk was, maar niet voldoende. Hij wilde (met de SP) ook de sluitingstijden van de café’s vervroegen (of op zijn minst het moment dat je nog naar binnen kunt). Dit mede vanwege het indrinken vooraf en vanwege het belang van het personeel. Verder keerde Gerard zich tegen de happy-hourspraktijken, die hij “dealersgedrag” noemde. De pret kon niet meer op toen hij alcohol, weet, extasy op één lijn zette en daarbij beweerde dat alcohol voor de meeste problemen zorgt. Daar konden de politieke jongeren toch echt niet in meegaan. Nee, de ouders moesten hun kinderen opvoeden. Waarop Gerard vroeg of ze dat zelf ooit al eens gedaan hadden. Ook benadrukte Gerard het politieke karakter van de discussie, welk politiek karakter door de andere twee ontkend werd. “De discussie bijv.” zei Gerard “of de exploitatievergunning moet worden afgeschaft is een zuiver politieke vraag”. Ondertussen was de zaal tamelijk stil op dit punt.
  • De stelling dat mensen met een gezonde leefstijl minder premie moeten betalen voor de zorgverzekering dan mensen met een ongezonde leefstijl leidde tot breed gedeelde tegenspraak. “Het zou de bijl aan de wortel van een op solidariteit gebaseerd ziektekosten stelsel leggen” zei Gerard “en bovendien is het oncontroleerbaar”. Met name dat laatste werd breed erkend. Ook kan er tussen het ongezonde gedrag in de jeugd en een huidige gezond gedrag een lange tijd liggen, terwijl toch de ziekte op het verleden gebaseerd is. Ook speelt genetische variatie een belangrijke rol.
    Bovendien is niet zo duidelijk wat precies gezond is. Is alpine skiën gezond? Is langlaufen gezonder? Is jeugdvoetbal gezond of ongezond? Is matig alcoholgebruik gezond of ongezond? “Ik ken mensen” zei B.Gerard “die zich de WAO ingeturnd hebben”.
  • De stelling dat slecht eten met een belasting ontmoedigd moest worden volgt hier logisch op. De “hamburgertax” zogezegd. Vraag was opnieuw hoe dat dan wel zou moeten. De politieke aanwezigen waren niet kapot van de gedachte en de discussie eindigde tamelijk vruchteloos in een woordenwisseling over wat er mis was met diepvriesboontjes.
  • De stelling “dat het land waar je woont verantwoordelijk is voor de veiligheid van zijn inwoners” bleek bij nader inzien over Ayaan Hirsi Ali te gaan (toen net actueel), maar dat was er van tevoren niet bij verteld. Gerard meende dat de veiligheids - verantwoordelijk van de overheid belangrijk was, maar desalniettemin zijn grenzen had. Naar zijn mening kon je niet de overheid de schuld geven als je na een avond stappen de fritespan nog aanzette en er dan van wegliep, en dat dat precies was wat Ayaan in ideologische zin gedaan had: “Dat zouden wij nooit zo gedaan hebben”. Het leek hem dat ondanks alles de overheid moest blijven bewaken, maar dat ze daar in de 2de Kamerfractie over gingen.
  • De laatste stelling, aangedragen door twee dames van de sportopleiding, hield in “dat door competentiegericht onderwijs de kwaliteit van het onderwijs achteruit ging”. Bij navraag bleek dat ze maar acht uur les in de week kregen. Zeiden ze.
    De andere twee wisten niet hoe snel ze zich hier van de Fontys moesten distantiëren, hetgeen merkwaardig is omdat hun partijen verantwoordelijk geweest zijn voor het onderwijsbeleid. Gerard, tevens eindredacteur van de MBO-HBO site van de SP en als zodanig in het bezit van veel ellendeverhalen, dacht daar ondanks alles toch genuanceerd over. “Elke beroepsopleiding leidt per definitie op voor competenties” meende hij “want dat betekent dat je je kunt redden in je beroepspraktijk na de Fontys.” Er is wel een probleem, maar dat heeft maar ten dele te maken met het competentiegerichte onderwijs. Het probleem is dat de Fontys te groot is en zijn krappe geld soms verkeerd inzet, top-down bestuurt. Al met al dat de balans er niet is tussen competentie-ontwikkeling en kennisoverdracht. Er soms niet is, want de ene Fontys-afdeling is de andere niet. Gerard had hier nog wel uren over kunnen doorpraten, maar het was tijd.

Daarna deelde Gerard nog een stel stickers uit om de HBO-MBO website te promoten, en heeft met een aantal aanwezigen principe-afspraken gemaakt voor een interview.

Bernard Gerard

U bent hier