Eindhoven

De allerbelangrijkste vaststelling is dat de Voorjaarsnota van het College, bestaande uit PvdA, CDA en SP een goed stuk is. Hij is helder geschreven, sociaal van karakter, economisch goed en kent op basis van de nu bekende informatie een structureel dekkende begroting. Aldus fractievoorzitter Gerard in de intro van zijn verhaal.
Uiteindelijk resulteerde dat erin (om even het einde vooraan te zetten) dat het stuk probleemloos door een grote meerderheid van de Raad gesteund werd (groter dan alleen de coalitiepartijen).

Dat neemt niet weg dat er wel de nodige kritische kanttekeningen gemaakt zijn. In het dualisme kan dat, want daarin zijn Raad en College niet met ijzeren banden aan elkaar gekoppeld. Dat resulteerde erin dat de drie coalitiepartijen gezamenlijk de nota wel een beetje verbouwd hebben. Het College had de nota geordend in een elftal speerpunten, verdeeld over de vier wethouders. De coalitiepartijen hebben daar twee speerpunten aan toegevoegd en eentje geschrapt.

De geschrapte speerpunt heette “Talentcenters”. Het gaat daarbij om jongeren die een tijdlang in Eindhoven verblijven “op doorreis” en in die tijd hun talent ontwikkelen. Als Eindhoven daar nu goede kansen voor biedt, zo is de redenering, dan worden zij in hun latere leven als het ware ambassadeurs voor “het merk Eindhoven”. Deze redenering vond de SP, die toch al niet zo’n hoge pet op heeft van stadspromotie, te wazig en te ongespecificeerd. Er stond ook niets over in het regeerakkoord. Wat moeten wij met theateropleidingen? Die zitten elders en die zitten daar goed. Wat moeten wij met niet nader aangeduide topsportcentra? De drie partijen vonden dat er hier wel een tandje af kon. Bij de begroting, in het najaar, mag het College uitleggen wat het precies wil en misschien kan dan een deel van wat hier beoogd werd, gerealiseerd worden.

De drie partijen vonden dat er wel een tandje bij kon op twee andere gebieden, ten eerste Kunst en Cultuur en ten tweede Veiligheid en Handhaving. Hierover bestaat inhoudelijk geen of geen groot verschil van mening met het College, maar het gaat er meer om hoe hoog deze onderwerpen op de politieke agenda komen. En daarmee om de vraag hoeveel geld en ambtelijke inzet er naar toe gaat. Ook deze gedachten werden breed gesteund.
Gezien recente publicaties over de beweerde onveiligheid in Eindhoven is het immers moeilijk uit te leggen, dat men daar geen speerpunt van maakt. Er valt overigens wel het nodige aan deze bewering te relativeren, maar toch. Ook op het terrein van Kunst en Cultuur bestaan zoveel taken, alleen al op basis van ongewijzigd beleid, dat men er niet aan ontkomt hier zwaar op in te zetten: het beleid ten aanzien van de amateurkunst; een beleid en een uitvoeringsprogramma voor de kleinschalige culturele instellingen; de nieuwbouw en exploitatieopzet van Plaza Futura; de exploitatie van Schouwburg, Van Abbe en Effenaar; subsidie aan Kunstlicht in de Kunst (die komt er voor twee jaar); de Negende; de arbeidsvoorwaarden bij de culturele instellingen (een kenmerkend SP-punt; en de uitwerking van de nieuwe subsidiesystematiek. Als er ook nog een principediscussie bij moet, zoals het College wil, dan is er alle reden om het geheel de status van speerpunt te geven.

Verder wilden de drie coalitiepartijen weer eens bijgepraat worden over de nieuwbouw voor het VMBO, wilden ze een strategische verkenning t.a.v. de gemeentelijke positie inzake het glasvezelnet, waarbij ook een variant op NUTS-basis in beeld gebracht moet worden, en wilden de drie partijen eerst wel eens onderbouwd zien waar de excellente dienstverlening uit bestond alvorens daar heel veel geld aan te geven. Hierover bestond weinig verschil van inzicht met het College.

Dit was zo’n beetje de hoofdlijn. Ten aanzien van de meer specifieke moties zijn er twee belangrijke trends op te merken, beide breed gedragen en ook door de SP gesteund: nl meer steun voor de verenigingssport, en meer geld voor het jongerenwerk onder 12+ ers.

Het was een lange zit, maar uiteindelijk overheerst de tevredenheid.