h

SP-analyse naar nut reïntegratiebedrijven

31 oktober 2006

SP-analyse naar nut reïntegratiebedrijven

Stand van zaken ID- en WIW-banen.
SP-fractievoorzitter Bernard Gerard en woordvoerder Mieke Batenburg hebben een analyse gemaakt van het functioneren van de reïntegratiebedrijven en de stand van zaken m.b.t. de ID- en WIW-banen. Deze analyse is gevoed uit verschillende bronnen, waaronder een gesprek met WZI, eigen SP-onderzoek en een onderzoek in Rotterdam. Ook het huidig College wil de reïntegratiesector kritisch onderzoeken.

ID- en WIW-banen
Medio 2003 waren er ca 810 ID-ers en 250 WIW-ers. Omdat het Rijk de stekker eruit trok moet er op termijn een eind komen aan deze banen. Er zijn nu nog ca 324 ID-ers en 50 à 100 WIW-ers in functie.
De SP meent, dat er geen ID-er of WIW-er de straat op mag. Voor de restgroep, die niet in staat is regulier te werken, moet een oplossing komen, bijv. doorwerken op de oude positie tot het einde van de betrekking of in de Ergon. Daartoe zou het Rijk een ruimer aannamebeleid van de Sociale Werkvoorziening moeten toestaan. .
Daarnaast heeft de SP geregeld dat er volgend jaar een arbeidspool start voor de kleine culturele en ideële instellingen, goed voor 20 arbeidsplaatsen, en wil de SP de 20 ID-banen bij Het Goed structureel maken.

Kosten van reïntegratie
Daarvoor moet men een heleboel aannemen en onderscheid maken tussen trajecten bij reïntegratiebedrijven enerzijds en de rechtstreeks op de werkgever gerichte flex- en opstapbanen anderzijds.
De gemeentebegroting biedt plaats aan 2460 trajecten bij reïntegratiebedrijven. Die kosten in praktijk zo’n 4,0 miljoen per jaar. Daarnaast noemt de begroting 400 flex- of opstapbanen. Samen met de overige gesubsidieerde arbeid (resterende ID- en WIW-banen) zijn deze banen, na aftrek van de inleenvergoeding, goed voor ca 14 miljoen per jaar.

Baten van de sector
Daarvoor moet men weer een heleboel aannemen en hetzelfde onderscheid maken.
Bovendien moet men het begrip “succes” scherp voor de ogen houden.
“Succes betekent dat het reïntegratietraject tot een baan leidt, die minstens een half jaar standhoudt en zoveel oplevert dat men uit de bijstand is. Dat hoeft geen relatie te hebben met wat men geleerd of eerder verdiend heeft. Het kan ook uitzendarbeid zijn. Men kan niet verplicht worden hoer te worden of Afghanistanvechter.
“Succes” bij een flex- of opstapbaan is dat het bedrijf doet wat het beloofd heeft, nl de uitkeringsgerechtigde een reguliere baan bieden in het betreffende bedrijf of bedrijfstak.
Met veel onzekerheid komt er het volgende plaatje uit:
Op een groep van 4000 uitkeringsgerechtigden krijgt 59% (Clienttevredenheidsonderzoek 2005) een traject. Dat leidt tot ca 480 “duurzame” banen en kost naar schatting 4,8 miljoen. (Na aftrek van inleenvergoedingen komt dat ongeveer uit op bovenstaande 4,0 miljoen.).
Uit Rotterdams onderzoek blijkt dat als de gemeente niets doet, ongeveer 10% van het bestand zelf een baan vindt, dus 400. Effectief realiseert men dus voor 4 miljoen 480 – 400 = 80 banen (VNG 24/02/06). Dat zou per baan kosten 50 tot 60 mille.
Hetzelfde Rotterdamse onderzoek geeft aan dat vooral rechtstreeks op de werkgever gerichte premies (dus opstap- en flexbanen) werken. Als alle werkgevers hun verplichtingen zouden nakomen, zou dat in deze verhoudingen ca 100 banen meer opleveren. Dat kost ongeveer 25 mille per baan.
Het valt dus te verdedigen om te bestuderen of de omweg over de reïntegratiesector kosteneffectief is.

De beperkingen van de WWB
Dan loopt men al gauw tegen de ideologische beperkingen van het Werkdeel WWB aan. Daarin mag heel veel niet. Wat wel mag valt onder te brengen onder de slagwoorden inkoop en geen subsidie en tijdelijk en niet regulier. Er mag zo weinig, dat er jaarlijks miljoenen overblijven op het Werkdeel WWB (in 2004 5,8 mio en in 2005 7,6 mio). Dat mag niet naar de algemene middelen, mag beperkt gereserveerd worden en moet vroeg of laat terug naar het Rijk. De SP roept het College dan ook op zoveel mogelijk de grenzen van de WWB op te zoeken en om te bestuderen (wat sinds 1 jan. 2006 mag) of het zin heeft de reïntegratietaken weer in eigen hand te nemen.
De SP beschouwt het voorgenomen Collegeonderzoek dan ook als een goede zaak.

Het volledige artikel in de opinierubriek

U bent hier