h

De Raad en de SP over PSV

20 juni 2006

De Raad en de SP over PSV

De Raad als geheel
Het initiatiefvoorstel van de LPF, om als gemeente met een bedrag van 45 miljoen garant te gaan staan voor PSV, is in de raadsvergadering van 6 juni 2006 verworpen. Alleen de LPF zelf was voor. Ook de SP wees de gedachte met kracht van de hand. De Raad stelde opnieuw vast dat het College PSV gron-dig moest onderzoeken. Bij de Voorjaarsnota (dat is op 19 juni) moet het College met een tijdschema komen, en na de vakantie vindt een ordentelijke bespreking plaats op basis van feiten. De Raad was verbaasd over de plotselinge haast en paniek, die uit het voorstel van de LPF sprak. De LPF noemde zelfs de betaald voetbal – licensie van PSV onzeker. Dat vond de Raad rijkelijk voorbarig.

Bovendien zijn Raad en College allesbehalve gecharmeerd van het publicitaire geweld van Westerhof. Die banjert met zijn slurf omhoog luid brullend door de porseleinkast en gedraagt zich alsof bij dit getetter iedereen zich op de grond zou moeten werpen en in aanbidding omhoog kijken. Zijn onder-geschikte Ribbers maakt een verstandiger indruk, maar beide heren zijn het tijdens een commissie-vergadering onderling openlijk oneens over wat er moet gebeuren. PSV is niet alleen intern bestuurlijk stom bezig, maar ook extern. En dat terwijl de Raad in meerderheid niet eens ongeneigd is om PSV in redelijkheid ter wille te zijn. Maar ondertussen blijft Westerhof weg uit de gemeentelijke werkgroep waar die tegemoetkomendheid vorm zou moeten krijgen.

De SP hierin

SP-woordvoerder Gerard is een verklaard scepticus als het om Citymarketing gaat. Hij vergeleek stadspromotie met suikerspin: het lijkt heel wat, maar op de keper beschouwd heb je slechts een lepeltje gekleurde suiker. Daaruit voortvloeiend noemde hij het belang van PSV voor Eindhoven “secundair”. Er is een zeker belang, ook economisch, maar dat rechtvaardigt geen wilde financiële avonturen.
Garantstelling is een wild avontuur, aldus Gerard. Elke andere oplossing is beter. Garantstelling is een blanco cheque, waardoor het er van kan komen dat de gemeente in praktijk jaarlijks opdraait voor exploitatieverliezen bij PSV. Die bedroegen over de afgelopen drie jaar gemiddeld 9 miljoen per jaar. Dat dat kan gebeuren is mede omdat PSV een “troebele soep” van rechtspersonen is. Hoe de banden werken tussen PSV-voetbal en de Stadion-BV is bijv. nog steeds niet precies te achterhalen. Gerards vrees is dat exploitatietekorten richting Stadion geschoven worden. Daarnaast kan eenvoudig becijferd worden dat de grond onder het Stadion, gevoegd bij de grond van de Herdgang, hooguit de helft haalt van het bedrag van de garantstelling – een garantstelling die de gemeente dan ook nog eens deelt met Philips. Bovendien veronderstelt het hanteren van de grond als onderpand logischerwijs dat men bereid is het Stadion te slopen. De SP wenst dat geen enkele (toekomstige) wethouder toe. De bewering dat een “garantstelling niets kost” is dan ook uitermate naief, alleen al omdat de gemeente dan onmiddellijk minstens 15 miljoen van de NRE-verkoop opzij zou moeten zetten als risico-afdekking.
Vanwege de “troebele soep” wil Gerard dat een club van “zware jongens en meisjes” de organisatie en de financiën van PSV gaat onderzoeken: juristen en accountants. Uiteraard kan dat niet tussen 6 en 19 juni, en vandaar ook het over de vacantie heen tillen. Gerard vond het overigens een interessante vraag of PSV met een dergelijk onderzoek zou instemmen.
Wat Gerard betreft kan het onderzoek tot de slotsom komen dat het voor de gemeente interessant zou kunnen zijn om het Stadion als beleggingsinstrument te kopen, vooropgesteld dat dat voor een dergelijke prijs kan dat de gemeente voor de geïnvesteerde middelen een redelijk rendement krijgt bij een lagere huurprijs voor PSV. En die redelijke koopprijs is geen 100 miljoen of meer. In feite is er sprake van een schuldsaneringsoperatie en daarin past iedereen bij, ook de banken. De eigenaar-positie is de gemeente niet vreemd: wij zijn ook eigenaar van het Eindhoven-stadion en van de ijsbaan en van het topsportzwembad.
De zware jongens en meisjes moet zich ook bezighouden met wat er allemaal wel en niet mag. De landelijke en Europese regelgeving bevat strenge voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil een locale overheid een stadion of betaald voetbalorganisatie mogen steunen. In het meest extreme scenario kan steun van de lokale overheid aan een betaald voetbal – organisatie zelfs tot gedwongen degradatie leiden. De SP voelt er niets voor om straks miljoenenvorderingen te krijgen omdat er door het gedoe rond PSV Europese regels overschreden zijn.
Merkwaardig is ook dat algemeen geloofd wordt dat de problemen van PSV voorbij zijn als wij nu maar “even” garant gaan staan. Het structurele probleem echter is dat PSV (en de Nederlandse competitie) te groot is voor het servet en te klein voor het tafellaken. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat PSV aan de Europese top kan blijven meedraaien, ook al staat de gemeente garant. PSV leeft structureel boven zijn stand.

Overigens blijft, wat de SP betreft, de mogelijkheid overeind om als gemeente een subsidierelatie met PSV aan te gaan voor het uitvoeren door spelers van zinvolle maatschappelijek activiteiten (sportstimulering, rascismebestrijding, etc).

U bent hier